Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

Het Hondiuspandje gaat weer open

Huiskamer voor de buurt

Foto: Marieke Bauwens

Tot 15 jaar geleden waren er buurthuizen in onze wijken, maar tussen toen en nu gebeurde er veel. Wie herinnert zich die nog? Op de Gaslaan zaten bijvoorbeeld Buuthuis 1 en Buuthuis 2. Buuthuis 1 was er voor volwassenen, met betaalbare cursussen, Nederlandse les, sport, er werd koffie gedronken en gebiljart. Welzijnswerkers gaven informatie en boden zonodig hulp, zij kenden iedereen die er kwam. Buuthuis 2 was er voor kinderen van 4 tot 12 jaar, met een grote gymzaal, een knutselruimte en een keuken voor o.a. het kinderkookcafé. Er was huiswerkbegeleiding, er werd gesport en geknutseld. En er was, voor de kinderen die dat nodig hadden, elke dag een kopje thee. En zo was er bijvoorbeeld voor jongeren De Steeg, waar jongerenwerkers waren voor vragen en hulp. En ook in het kleine Hondiusgebouwtje werd van alles gedaan; door de welzijnswerkers en door bewoners.

Participatiesamenleving, zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid.

In 2010 werd er enorm bezuinigd op het Haagse welzijnswerk. De gebouwen werden gesloten en dat besluit trof ook Buuthuis 1, Buuthuis 2 en De Steeg. Het Hondiuspandje bleef nog open voor buurtbewoners om er zelf activiteiten te organiseren. Want voortaan ging het om de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de Haagse inwoners.

Buurthuizen van de Toekomst

De bedoeling was dat bewoners zelf dingen voor elkaar zouden organiseren in de ‘Buurthuizen van de Toekomst’. Maar deze zijn ook in het Regentesse- en Valkenboskwartier niet van de grond gekomen. Activiteiten én ontmoetingsmogelijkheden verdwenen, waardoor veel buurtbewoners hun vaste stek kwijtraakten. Er was sprake van een tegengestelde beweging, zoals een toenmalige manager van het welzijnswerk zei: “In een participatiesamenleving moet men een beroep doen op het netwerk, en die netwerken waren er juist in de buurthuizen.” Eind 2019 was er een volgende bezuinigingsslag, vooral bij het jongerenwerk, het opbouwwerk en de cliëntondersteuning.

Corona opende de ogen

Toen in maart 2020 de wereld lockdown ging, werd, net als het onderwijs, het welzijnswerk anders georganiseerd. Het sprong in de ‘online-stand’ zoals een jongerenwerker het noemde. Er bleef contact, maar op een andere manier: online, één-op-één, en later gingen activiteiten buiten door. De hulpverleners in de Regenvalk deden hun werk telefonisch. En medewerkers gingen langs bij mensen die het moeilijk hadden, en probeerden op allerlei manieren te voorkomen dat mensen vereenzaamden. En zo werd deze nare tijd voor velen toch draaglijk.

Overschatting zelfredzaamheid

Eric Lemstra, voormalig directeur-bestuurder van Voor Welzijn en Xtra, blikte met KonkreetNieuws in de zomer van 2023 terug op de jaren daarvoor. Hij constateerde dat de overheid de zelfredzaamheid van burgers overschatte. De behoefte van mensen om elkaar op een gemakkelijke en vanzelfsprekende wijze te ontmoeten en elkaar zo te helpen, werd onvoldoende gezien. Dat ‘meer doen met minder middelen en minder mensen’ grenzen heeft, werd ook door de gemeente erkend. En ook dat door de jaren heen de maatschappelijke problemen niet kleiner werden. Het resulteerde in een herwaardering van het welzijnswerk.

Terug in de tijd: een buurthuis voor iedereen

Hondius wordt een huis voor iedereen. Voor bewoners en allerlei organisaties in de buurt. Zo vindt de groengroep Hondius er haar plek, de moedergroepen komen terug, net als Hopjes met een spelbeheerder. De Klimop gaat er koken en bewoners zijn er elke dag welkom voor koffie. Meiden uit de buurt kunnen er weer terecht, voor en met hen gebeurt er straks weer van alles. Kortom, zoals een medewerker van Wijkz het met heel veel enthousiasme zegt: “Het inzicht hoe belangrijk het is dat mensen elkaar live ontmoeten is terug.” Lachend: “We gaan terug in de tijd, en dat is voor bewoners nu goed nieuws”.

Nabrander

Wie de geschiedenis van het welzijnswerk kent, weet dat het altijd onderhevig is aan politieke winden, reorganisaties en bezuinigingen. Uitbreiding inzet, inkrimping ervan; het gaat al jaren als een golfbeweging door het land én door Den Haag. Er hangt een ‘ravijnjaar’ in de lucht; gemeenten komen dan door kortingen op de financiering door het Rijk (Gemeentefonds) in grote problemen, wat zijn weerslag zal hebben op voorzieningen, zoals de jeugdzorg, de WMO en ook weer het welzijnswerk.