Foto: Henk Warrink/NCO–Photography Fotobijschrift: Egbert Michiel Krijgsman
Ineens miste ik hem. Ik had hem lang niet gezien. Hij liep altijd met grote passen door onze wijk, al werden zijn stappen de laatste tijd minder trefzeker. Een kleine, gebogen Indische man met een pluizige baard, behangen met medailles en insignes. Alfred Birney beschreef hem treffend in zijn roman De tolk van Java: “Hij loopt in junglecamouflagekleding over straat met een rode baret op zijn kop. De oorlog hangt na een halve eeuw nog altijd om hem heen. De man, tenger, met de ogen van een opgejaagd roofdier, loopt aldoor in zichzelf te mompelen.”
Wie was deze man?
Zijn woning aan de Regentesselaan staat leeg. De krantenknipsels over oorlog in Indonesië, veteranen en zielige dieren waarmee hij zijn etalageraam had volgeplakt, zijn verdwenen. Op de deurpost hangt nog het naamplaatje: E.M. Krijgsman. Als ik zijn naam google, zie ik dat hij vorig jaar op 12 september is overleden.
Meer dan eens had ik geprobeerd een praatje met hem te maken in café Emma aan het Regentesseplein, maar daar werd ik weinig wijzer van. Wat hij zei was onbegrijpelijk of onverstaanbaar. Hij bleef een raadsel. Het bericht van zijn dood wekte opnieuw mijn nieuwsgierigheid. Wie was deze man? Welk verleden droeg hij met zich mee terwijl hij mompelend over straat dwaalde?
KNIL
Op zoek naar antwoorden ontdekte ik dat Egbert Michiel Krijgsman in Batavia (Jakarta) is geboren. In 1947 trad hij als 18-jarige vrijwillig in dienst bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), dat verwikkeld was in een bloedige dekolonisatieoorlog.
Krijgsman begon als rekruut in de garnizoensplaats Tjimahi op West-Java. Na een opleiding voor bestuurders van motorrijtuigen kwam hij bij het Depot Speciale Troepen (DST). Deze commando-eenheid stond onder leiding van kapitein Raymond Westerling, de commandant die berucht zou worden vanwege de massa-executies die op zijn bevel werden uitgevoerd. Toen Krijgsman bij het DST kwam, had Westerling – bijgenaamd de Turk – inmiddels op brute wijze de opstandige provincie Zuid-Celebes (tegenwoordig Zuid-Sulawesi) ‘gepacificeerd’.
Einde koloniale bewind
Na een reorganisatie kwam Krijgsman terecht bij het Regiment Speciale Troepen (RST). Deze formatie werd voor speciale operaties ingezet tegen nationalisten op Java en Sumatra. Aan welke acties Krijgsman heeft meegedaan is onbekend, maar het is nauwelijks denkbaar dat hij niet betrokken is geweest bij oorlogshandelingen. Na de wapenstilstand van augustus 1949 kreeg hij eervol ontslag uit militaire dienst. Later dat jaar kwam met de overdracht van de soevereiniteit een einde aan het koloniale bewind in Nederlands-Indië. Krijgsman vertrok naar Nederland.
Gewond in Korea
Na de strijd in Indonesië begon op het Koreaans schiereiland een oorlog tussen het communistische Noord-Korea en het pro-Westerse Zuid-Korea. Noord-Korea werd militair gesteund door China en de Sovjet-Unie, Zuid-Korea door Amerika en een aantal bondgenoten. Onder Amerikaanse druk leverde ook Nederland manschappen. Krijgsman bood zich aan als vrijwilliger en keerde in 1952 op een Amerikaans transportschip terug naar Azië om het communistische gevaar te bedwingen.
In Korea raakte hij gewond. Hij kreeg granaatscherven in de bovenarm en schouder, die het bot verplinterden. Krijgsman praat erover in een filmpje dat een jaar voor zijn dood is gemaakt. “Ineens kwam er een granaat”, vertelt hij. “Niemand ging in dekking. Toen kwam een tweede binnen, precies tussen ons in. Mijn stukscommandant (commandant over de manschappen die een stuk artillerie bedienen, red.) is overleden. Toen ik bijkwam, hing ik al onder een helikopter.” Het Rode Kruis bracht hem naar Seoul, vanwaar hij naar een ziekenhuis in Japan werd gevlogen.
In het filmpje knoopt hij zijn hemd open om het litteken te laten zien. Stukjes van scherven zitten nog in zijn lijf. “Hier, voel maar”, zegt hij tegen de man met de camera. “Ik had dood kunnen zijn.” Hij zegt ervan te balen dat hij niet meer kan tennissen. Vanwege zijn verwonding werd Krijgsman gerepatrieerd. In Nederland zou hij tot zijn pensioen dienen bij de landmacht.
Eigenzinnig
Zes jaar geleden overleed zijn vrouw, die vanwege dementie geruime tijd in een verzorgingtehuis verbleef. Ze hadden geen kinderen. Zijn nicht Christel Timmermans, die zich de laatste jaren over hem had ontfermd, schetst hem als een eigenzinnige en soms achterdochtige man. Gehoorapparaat of rollator weigerde hij te gebruiken. Een telefoon had hij niet, de post maakte hij niet open. Zijn woning was rommelig en overvol. Timmermans had graag meer willen weten over de geschiedenis van haar ‘oom Miel’, maar ook haar lukte het niet om echt tot hem door te dringen.
Laatste beeld
Henk Warrink, oud-militair en tegenwoordig fotograaf, bezocht Krijgsman om een foto te maken voor een serie over oorlogsveteranen. Het is het portret dat bij dit artikel is geplaatst. Warrink wist niet dat dit het laatste beeld zou worden van Michiel Krijgsman. Een dag na de opname overleed hij in verpleeghuis Op de Laan, aan de Laan van Meerdervoort. Hij was 95 jaar.
Foto: Henk Warrink/NCO–Photography