Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

Koos van Santen, fotograaf van bombardementen en de bevrijding

weimarchief logoVolgens Mark Rutte, secretaris-generaal van de NAVO, moeten we ons mentaal voorbereiden op een volgende oorlog. Binnenkort vieren we het einde van de laatste oorlog op ons grondgebied, in mei 1945. Die gebeurtenis, de bevrijding, werd in onze wijk vastgelegd door tijdelijk buurtgenoot Koos van Santen. Die foto’s zijn door zijn zoon Henk ooit verzameld in een boekje. Daarmee hebben we een uniek document, dat een beeld geeft van die emotionele dagen, die ons volk verenigden.

Dr. J.J.M. van Santen, roepnaam Koos (1905-1972) was docent natuurkunde op het Aloysius College aan de Oostduinlaan in het chique Benoordenhout. Frans van Nispen (1951): “Op school had ik Van Santen alleen als invalkracht. Ik zat echter met zijn zoon Henkie al in de klas op de lagere school. Hij woonde vlak bij school op de Van Hogenhoucklaan. De verjaardagsfeestjes bij Van Santen waren legendarisch. Zoals hij met zijn toverlantaarn in de weer was. Ik vond hem een aimabel mens”. Walter Maclennan (1951) zat ook op het Aloysius van 1964-1970 en maakte Van Santen mee in zijn laatste jaren. “Van Santen was klein van postuur. Hij was ook leerling geweest op het AC. Het was een aardige man en een goede docent. Hij maakte tijdens zijn lessen gebruik van zijn kennis van de fotografie. Hij mocht graag vertellen over zijn hobby. Dat zijn dochters voor hem poseerden en dat ze klaagden dat hun minder goede kant op de foto kwam. Ook verhaalde hij hoe hij naar het Bezuidenhout was gefietst om de effecten van het bombardement vast te leggen. Hij vertelde veel over de hongerwinter en over het kappen van bomen.” Van Santen was bij het begin van de oorlog ook al naar Rotterdam gefietst om de vernietiging van het centrum door het Duitse terreurbombardement te vereeuwigen. Bij die Guernica-achtige overval verloren 900 mensen het leven en werden bijna 80.000 inwoners dakloos. Het zette de toon voor oorlogsvoering waarbij burgers bewust tot doelwit werden gemaakt.

Tientallen scholen werden door de autoriteiten gevorderd voor de huisvesting van onder meer Rotterdamse vluchtelingen en na de capitulatie voor Duitse militaire doeleinden. Het Aloysius werd op 17 december 1940 gevorderd. Twee jaar later moest de gehele wijk worden ontruimd. Sloop van de woningen moest – bij een geallieerde landing – een vrij schootsveld richting kust verzekeren (de Atlantikwall).

In koortsige haast moest men onderdak zoeken voor de hier woonachtige paters en (inwonende) leerlingen. Honderden leerlingen vonden in januari 1941 onderdak in het R.K. Lyceum voor Meisjes, het huidige Internationaal College Edith Stein, aan het Couperusplein. Maclennan: “Het AC was een school van statuur. Het ging niet alleen om onderwijs maar ook om vorming. Vanuit katholieke gezinnen in de betere wijken gingen de jongens naar het AC en de meisjes naar het R.K. Lyceum”. Jongens in een meisjesschool? De beide rectores hadden zo hun zorgen om hun schaapjes gescheiden te houden. De meisjes gingen in de ochtend naar school en de jongens in de middag.

Van Santen verhuisde mee naar het Couperusplein. Hij was een Wapper: Wel in het ArbeidsProces opgenomen en onmisbaar. Echter in 1942 intensiveerden de nazi’s hun jacht op mensen, die te werk konden worden gesteld in de Duitse oorlogsindustrie. Een leraar was niet onmisbaar zoals employés van nutsbedrijven, werklieden voor het onderhoud van straten en sporen, vissers en medisch personeel. Hij sloot zijn woning in de Weissenbruchstraat af en trok in bij zijn zus Annie op de Regentesselaan 86 in de schaduw van de Regentessekerk. In zijn paspoort had hij ietwat onbeholpen zijn leeftijd verhoogd opdat hij te oud leek voor werk in Duitsland. Voor alle zekerheid richtte hij op de Regentesselaan een onderduikplek in.

Van Santen was niet zomaar een amateurfotograaf. Hij was een uitvinder met diverse octrooien, zoals op zijn ‘omnigraaf’, een filmcassette om gemakkelijk reproducties te maken. Hij schreef honderd artikelen in het vaktijdschrift Focus en boeken over de techniek van de fotografie, over ultraviolet- en infraroodfotografie en een fotografisch woordenboek. Die boeken kregen positieve recensies in technische en wetenschappelijke tijdschriften. Er verschenen vele herdrukken. Hij mikte op popularisatie van nieuwe uitvindingen in alle facetten van het vak die het leven van de fotograaf vergemakkelijkten. Hij werd voorzitter van de Haagse Amateur Fotografen Vereniging. Hij organiseerde vele fotowedstrijden onder meer op scholen en wist ‘met gezag, tact en beminnelijkheid’ menig crisis in de vereniging te beslechten.

Omdat de kwaliteit van films tijdens de oorlog steeds slechter werd, had hij met vooruitziende blik vijf AGFA Isopan ISS kleinbeeldfilms bewaard om de bevrijding, “dit historische gebeuren naar behoren vast te leggen”. Hij fotografeerde de binnenkomst van geallieerde militairen voor zijn eigen voordeur én het wegtrekken van Duitse soldaten en het wegleiden van NSB’ers naar interneringskampen. Hij kreeg na de bevrijding toestemming van de autoriteiten om te fotograferen in het voormalige vestinggebied, waar nog geen burgers mochten komen!

Zijn zoon Henk (1950), ook al leerling én leraar op het AC, begreep de betekenis van zijn vaders foto’s en legde ze vast in een boekje getiteld ‘Foto’s mei 1945 Koos van Santen’. Het boekje was bedoeld voor de kleinkinderen van ‘opa Koos’. De foto’s werden gebruikt bij de zestigjarige herdenking in 2005 van de bevrijding in het Gemeentemuseum. En nu kan een volgende generatie, in een tijd waarin oorlog in Europa weer een realiteit is, kennis nemen van de effecten ervan…

(met medewerking van Henk van Santen, Ramon van Eijck en Theo Broekema)