Ook na het opleveren van het woningcomplex in de Fahrenheitstraat in 1906 bleef er in onze wijk een enorme vraag naar betaalbare arbeiderswoningen. De Haagse Woningvereniging 1854 was voorzichtig met het doorontwikkelen van haar terreinen en pas in 1915 kwam er een bouwplan van 145 woningen gereed van architect Willem Verschoor (1880-1968).
Bouwplannen
Verschoors woningen voor gezinnen hadden twee slaapkamers en een woonkamer met ingebouwd ledikant en inpandige kast. Op zolder was er een bergruimte. Belangrijker was dat zijn woningen afweken van de typische Haagse portiekwoningen die samenkwamen op een gezamenlijk bordes via een buitentrap. Verschoors woningen hadden namelijk toegang naar een eigen bergplaats voor de fietsen en kinderwagens. De eigen plaatsjes gaven toegang tot de gemeenschappelijke achtertuin. De gemeente had grote bezwaren om het plan goed te keuren en financieel te steunen. Men vond “dergelijke etagewoningen” voor Den Haag niet erg geschikt en het plan was onbetaalbaar. De leningen vanuit het Rijk waren veel duurder dan gedacht en de schaarste aan bouwmaterialen door de Eerste Wereldoorlog deed zich gelden. De geplande bouwkosten werden hierdoor verhoogd van fl. 300.000 naar fl. 460.000. Het bouwplan ging voor jaren in de koelkast. In juni 1919 deed men een nieuwe en succesvolle poging, zij het met veel minder woningen.
Proef
Verschoor, inmiddels een bekende architect, bracht noodgedwongen zijn ontwerp terug naar 73 woningen en 4 winkelpanden. Het ontwerp omvatte naast de Celsiusstraat, stukjes van de Cartesiusstraat, Noorderbeeksstraat en Fahrenheitstraat. Zijn ontwerpen waren kostbaar, maar het bestuur van 1854 meende dat “de hogere levenstandaard van den werkman aanleiding geeft eens een proef te nemen”. Men leende geld bij de Nutsspaarbank, het Rijk en droeg bij uit de eigen reserves. Op 8 oktober 1920 volgde de aanbesteding, die aannemer J.M. van der Vlugt uit Rijswijk in de wacht sleepte voor fl. 467.600.
Massale inschrijving
De oproep tot inschrijving voor de woningen was op zaterdag 4 juni 1921 op het terrein in de Celsiusstraat. De politie was aanwezig om de massale toeloop in goede banen te leiden. Er waren veel mensen die ondanks het slechte weer al een avond van tevoren in de rij stonden. Men zat er aan tafeltjes te kaarten om de tijd te doden. “Een doornat pak, twintig uur wachten en dan nog maar een kans van 1:15 dat je een woning krijgt”, vatte een journalist het wachten samen. De taferelen haalden het bioscoopjournaal. 675 mensen kregen uiteindelijk een inschrijfbiljet. Grote huisgezinnen kregen waar mogelijk voorrang. De winkels op de hoekpanden werden vergeven aan een slager, kruidenier, handelaar in witgoed en een klusjesman. De bouw was voortvarend en de eerste woningen werden betrokken in oktober 1921.
Een dure epiloog
Na de opening volgde er een hoop teleurstellingen. Het schilderwerk werd door bouwcommissaris Van Lennep betiteld als ‘schandalig’. Erger waren de vele lekkages als gevolg van foutieve dakbedekking. De schuldvraag werd bij de aannemer en diens nieuwe daksysteem gelegd. Enig ‘lapwerk’ aan de lekkende daken hielp niet veel. Uiteindelijk was een geheel nieuwe dakbedekking onvermijdelijk. Vereniging 1854 slikte deze financiële tegenvaller met tegenzin. De huizen zelf bleken zeer solide en zijn ruim een eeuw later, inmiddels al lang in particulier bezit, nog in zeer goede staat en een sieraad voor de wijk.
Vragen? justdeleeuwe@yahoo.com
Foto boven: De recent opgeleverde woningen in 1922. Op de hoek van de Cartesiusstraat is een slager gehuisvest. Opname Gemeentearchief Den Haag
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.