Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

Het levensverhaal van mevrouw Padma Ratan-Jipat

Tekst en foto: Aad van Schie

Op de dag van de viering van 151 jaar Immigratie vanuit India naar Suriname, spreken we in het pand van Eekta met Padma Ratan-Jipat over haar familiegeschiedenis in India, Suriname en Nederland. Padma speelt een van de zes vrouwenrollen in de indrukwekkende documentaire ‘Hindoestaanse immigratie door de ogen van de vrouw’ uit 2023.

Goede scholing

Padma (1943) kwam in 1975 met haar man, vijf kinderen en vier pleegkinderen van haar overleden broer aan in Nederland. Zij vestigde zich op een bovenwoning aan de Valkenboskade, waar Padma nu nog steeds woont. Het was passen en meten in dat huis, met overal dubbele bedjes. Helaas overleed haar man al in 1979. Zo stond zij er al snel alleen voor. Mede dankzij fijne buren, maar vooral door haar eigen grote inzet, is zij erin geslaagd om al haar kinderen een goede scholing en daarmee een goede toekomst te bieden. Ook haar zeven kleinkinderen zijn inmiddels allemaal afgestudeerd en ook hen gaat het maatschappelijk goed. Daar is ze trots op. “Het gaat erom je kinderen een goede toekomst te bieden en scholing is daarvoor essentieel! Dat is de manier om je uit de armoede omhoog te werken.”

Het leven in Suriname

Padma werd in 1943 geboren in een familie van rijstverbouwers in het district Nickerie. “Ik heb in mijn jeugd altijd flink geholpen bij het planten en oogsten van rijst. Maar ik heb ook een goede scholing gehad, want dat vonden mijn ouders belangrijk en ik had ambitie om veel te leren. Zo was ik later in Nederland in staat om Hindi-lessen te geven aan kinderen. En zo lukte het me ook om mijn familieafkomst te achterhalen. Dat was niet gemakkelijk, maar uiteindelijk slaagde ik daarin.”

Zoektocht naar de familie in India

Haar familiegeschiedenis staat uitgebreid beschreven in het boek van professor Ruud Chander: ‘Gevangen in een web van zwarte letters’. Haar grootvader (‘aja’) Paltoo Jipat was contractarbeider. Hij was afkomstig uit het dorp Eraura in de staat Bihar in India, waaruit vele immigranten vertrokken naar Suriname. Paltoo arriveerde in 1907 met het stoomschip Indus I in Suriname om te werken op de suikerplantage Waterloo in Nickerie. Hij trouwde daar met een vrouw die later Padma’s grootmoeder zou worden. Padma heeft haar grootvader goed gekend. Hij beschermde haar soms tegen het strenge optreden van haar ouders en hij leerde haar Hindi. Ook na zijn dood bleef zij interesse houden in haar afkomst uit India. Net als haar broer, die in 1993 naar India reisde en met enkele gegevens zoals dorpsnaam en de naam van de politiepost het dorp Eraura bezocht in het district Bhojpur, een van de meest achtergebleven districten van het land. Haar broer kwam erachter dat hun grootvader daar getrouwd was, maar destijds geen kinderen had. De armoede was daar zo groot, dat haar broer geld gaf. Verder onderhield hij echter geen contacten.

Reis naar Eraura

Padma pakte de draad weer op, nadat zij op een wereldconferentie in Paramaribo in 2003 een groep afgevaardigden uit de staat Bihar ontmoette. Zij vroeg hen haar te helpen bij het vinden van haar ‘roots’. Een half jaar later ontving Padma een brief in Hindi uit het dorp Eraura met de zo fel begeerde informatie over haar ‘aja’ en zijn familie. In de brief stond ook dat haar broer daar al eerder geweest was. Alles klopte dus. De moeder van Paltoo had jarenlang gewacht op haar verdwenen zoon. Was hij ontvoerd? Was hij yogi geworden? Zij stierf van verdriet over haar verloren zoon. Na contact met de briefschrijver Ramnaumi reisde Padma met haar toenmalige partner Dien Sardjoe naar het dorp Eraura, waar zij met veel ceremonieel werd ontvangen. Ze schrok van de armoede, het gebrek aan water en hygiëne. Er was geen wc. De vrouwen droegen sluiers en kwamen nauwelijks uit hun huisjes. Hun passieve leven schokte haar. “Veel deed me ook denken aan mijn jeugd in Suriname. Ik had toen ook maar twee jurkjes en omdat die op het moment dat mijn grootmoeder werd begraven allebei nat waren, kon ik daar niet naartoe. Maar wij hadden wel een stukje grond en een toilet op het achtererf. Het was in Bihar anno 2003 nog veel slechter dan in onze toch ook bepaald niet welvarende jeugdperiode in Suriname.”

Blijvende hulp aan de familie in Eraura

Padma bleef een tijd logeren, spoorde de vrouwen aan actiever te worden en alles op te ruimen en schoon te maken rond hun erf. Zelf actief worden om vooruit te komen, was haar motto. Zij zamelde geld in en liet waterpompen installeren, waarvan er inmiddels 125 zijn. Ook adopteerde zij haar neef Ramnaumi als zoon en ondersteunde hem met schoolgeld en de aanschaf van een bromfiets. Bij al haar bezoeken bleef zij hameren op de hygiëne. Zij bracht gereedschappen mee, richtte een klein guesthouse met toilet in en nam zaden mee voor de groenteteelt.

Veel ten goede veranderd

De laatste jaren is Padma vanwege corona niet meer naar India geweest en nu kampt ze zelf met een zwakke gezondheid. Toch is het haar droom om nog een keer op bezoek te gaan. Via WhatsApp onderhoudt ze veel contact met Ramnaumi en ze maakt nog regelmatig geld over. Ze is blij dat er veel ten goede veranderd is in Eraura. Er zijn nu bijvoorbeeld ook openbare toiletten. Padma heeft een vol leven geleid. We zijn vooral onder de indruk van haar onversaagde inzet voor de arme tak in haar ‘moederland’ India. Hopelijk kan ze die reis nog een keer maken. Het is haar van harte gegund.

Onderschrift foto: Padma voor de fotogalerij van haar familie