De kogel is door de kerk: de Agneskerk, baken in de buurt, wordt over twee jaar gesloten, of liever gezegd ‘aan de eredienst onttrokken’. Wat er met het gebouw, een rijksmonument, gaat gebeuren is nog niet bekend.
Drankvergunning
De kerk kent een roemrijke historie van meer dan honderd jaar, en begon ooit als pastorie met drankvergunning en een noodkerkje. Nu zijn kroeg en kerk nooit ver van elkaar verwijderd, maar een pastoor met een drankvergunning is toch wel bijzonder. Hoe zat dat?
Beeklaan rond 1890
Het vergt enige verbeeldingskracht om je de Beeklaan rond 1890 voor te stellen. Dat was een schelpenpad, omzoomd door bomen, helemaal aan de rand van de snel oprukkende stad. De Beeklaan vormde de gemeentegrens met Loosduinen. Hier begon het landelijk gebied, een geliefde bestemming voor de gegoede burgerij, die daar ’s zondags graag in een rijtuig tochtjes maakte “langs de weilanden vol vette, grazende koeien, met huiden als glanzend satijn, zwart en wit gevlekt, terwijl de knotwilgen aan den zoom der slooten op knoestigen stam hun waaiers van zilvergrijs loover verhieven”, aldus Louis Couperus in Eline Vere.
Aan die Beeklaan, bij de Loosduinseweg, lag café Stadwijck, in de volksmond de herberg van Schrijver geheten, genoemd naar de eigenaar. Dat was, met zijn theetuin, ook een populaire plek bij schilders. Nu bekende namen als George-Hendrik Breitner en Willem de Zwart huurden daar atelierruimte. En misschien kwam Vincent van Gogh ook wel eens langs? Die zwierf vaak in deze buurt rond, en was bevriend met Breitner.
Een journalist van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift omschreef het gebied als volgt:
“De Beeklaan en omgeving was in de periode rond 1885 een kolonie van jonge artisten. Van Waning en Akkeringa waren de ontdekkers en pioniers van die mooie omgeving van duinen, heggen, tuintjes, vaarten en prachtige luchten. Spoedig daarna kwamen zich daar ook Breitner, Van Thol, De Zwart en andere jonge kunstenaars vestigen, en in die afzondering ver van het stadsgewoel en van de kunstbedervende bouwerij, bestudeerden zij het hollandsch duinlandschap in zijn schoonste effecten’.
Nieuwe parochie
In 1896 besluit het bisdom Haarlem, waar Den Haag onder viel, om een nieuwe parochie te stichten in Loosduinen. De eerste pastoor Waterreus zoekt naarstig naar een plek voor een kerk en pastorie, en zijn oog valt op het inmiddels nogal vervallen café Schrijver plus bijbehorende grond. Op 3 april 1897 wordt de koopakte getekend, voor een bedrag van 25.000 gulden.
Noodkerkje
Pastoor Waterreus wordt opgevolgd door kapelaan Snickers, die op 28 september 1898 de voormalige herberg als pastoriewoning betrekt. Het gebouw is in slechte staat. Alles is verzakt en vervallen, en in een bovenzaal zijn nog de wandschilderingen te zien als overblijfselen van de kunstenaars. De drankvergunning gaat ook over op de nieuwe bewoner, die daar om begrijpelijke redenen verder geen gebruik van maakt. In de tuin wordt vervolgens een houten noodkerkje gebouwd, dat op 18 maart 1899 wordt ingewijd.
Vervolg: Sint Agneskerk: Van hulpkerkje snel door naar ‘echte’ kerk
Tekst: Gerard van der Bijl
Reacties: bijl23@xs4all.nl
Bovenste foto: Beeklaan rond 1900, Haags Gemeentearchief
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.