Het zou maart worden of april, maar dat wordt het toch niet. Het afscheid kost Jan en Maria meer tijd dan gedacht. En na hun vakantie staat de winkel weer vol met bloemen en prachtige planten. Jan en Maria namen op 13 april 1993 de bloemenwinkel over van Jans ouders. Toen was de winkel heel klein. Jan wijst het aan: “In het deel hier, met de bloemen, zaten schuifdeuren en daarachter, waar nu de toonbank staat, was de woonruimte. Wij maakten er meteen een grote ruimte van.’’
Een puinhoop
Maria: “De Weimarstraat was in 1993 een puinhoop, een zootje. Het was de tijd dat het zwembad sloot, en het postkantoor regelmatig overvallen werd. We twijfelden best of we het moesten doen, maar de kans om een bloemenwinkel over te nemen – en Jan werkte al lang en met plezier met zijn vader mee in de bloemen – moesten we pakken, vonden we… toch.”
Tot 1999 woonden ze nog in de Molenwijk, maar de afstand was te groot. Jan stond op de markt en Maria in de winkel. Alles draaiende houden, met kinderen en ook nog eens het huishouden, en dat met die werkuren? Dat is niet te doen. Maria: “Het was altijd druk en we zagen de kinderen veel te weinig. Dat vond ik echt naar.” Het huis boven de winkel bleek een uitkomst. Boven wonen, met de kinderen vlakbij, gaf rust.
Afscheid van een tijdperk
Het werd beter
Maria: “De straat veranderde en het werd beter. Het zwembad werd theater, een leuke kapper, allerlei zaakjes.” En de klanten, veranderden die ook? “Deels”, vertelt Maria, “want er zijn veel mensen die toen kinderen kregen en die nu nog steeds komen.’’ Jan vult aan: “Er komt van alles hier, maar je ziet de laatste jaren wel meer jonge mensen met hele goede banen en inkomsten’’, met een lach erachteraan: “de prijzen van de huizen zijn daar ook naar.’’ Maria: “Soms kijken die mensen even raar op, het is immers niet bepaald een design bloemenwinkel, meer een van Jan Steen. Maar iedereen vindt het uiteindelijk leuk hier.”
Eenenveertig jaar
Toen besloten ze het te doen, nu staan ze voor het besluit om te stoppen. “Ja, met ons verstand weten we het wel’’, vertelt Maria, “maar de rest doet nog niet mee. Moet je je voorstellen, Jan stond bijna elke dag om vier uur op en dan kwam hij tegen half negen ’s avonds weer thuis. Tijd voor iets anders heb je zo niet. En je gezondheid doet het geen goed. Dus we weten het: stoppen is beter. Maar toch is het wel wat, het is ons hele leven dat erin zit, daar neem je niet zomaar afscheid van.’’
Reuring
Wat zullen Jan en Maria straks het meest missen? Maria de klanten: “De persoonlijke verhalen, het vertrouwen dat we krijgen, de fijne contacten. En de reuring, dat ook. En het zal gek zijn, anderen hier. Wat het ook wordt, ik hoop dat die mensen straks net zo verknocht zijn aan de buurt, en ook gezelligheid brengen.’’
Tekst: Marieke Bauwens
Foto: Jacques Rijnsburger