Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

Wethouder Mariëlle Vavier: ´College past me als een nieuwe spijkerbroek´

Van de overstap van raadslid en fractievoorzitter naar wethouder merkte Mariëlle Vavier in de buurt niet veel. Ze woont al lang in het Regentesse– en Valkenboskwartier, en is nu bijna anderhalf jaar wethouder Armoede, Inclusie, Zorg, Internationale Zaken en stadsdeel Laak. Het wethouderschap was wel wennen. Mariëlle: “Mijn vertrouwde GroenLinks-team, met mensen met allemaal dezelfde idealen, miste ik eerst wel. Het College is ook een team, en dan met mensen met andere achtergronden. In feite is het als een nieuwe jas, nee, beter: als een nieuwe spijkerbroek. Na een tijdje past die goed en zit ie lekker.’’

¨Met pessimisme en somberheid kom je niet vooruit¨

Weten is belangrijk

Als raadslid hield Mariëlle zich vooral bezig met ruimte en wonen, en dat is nogal een verschil met haar portefeuille nu: “De wetgeving, de rol van de gemeente, het netwerk; dat was grotendeels nieuw voor me. Ik vind het heel belangrijk dat je als wethouder weet hoe de uitvoering werkt. Wat de regels zijn en dat je de administratiedruk kent bijvoorbeeld. Van de uitvoering wist ik veel door mijn werk in de jeugdzorg. Hierdoor heb ik voeling – dat is het beste woord – met het sociale domein.’’

In Laak komt alles bij elkaar

Mariëlle is stadsdeelwethouder voor het Laakkwartier, zoals Robert van Asten dat is voor Segbroek. Haar voornemen was om veel buiten het stadhuis te zijn. Dat zou best lastig zijn, werd haar verteld. “Maar,” zo vertelt ze, “het lukt!”. Ze komt overal in de stad en bijna elke vrijdag is ze in Laak om bewoners en medewerkers van organisaties te spreken. “Daar komt alles bij elkaar in het sociale domein: bestaansonzekerheid en sociale verbanden die onder spanning staan. Als je de touwtjes niet aan elkaar krijgt, en niet weet hoe het de volgende maanden is; dat bepaalt alles. Mensen hebben een lagere levensverwachting, en armoede heeft invloed op hersenen. Armoede maakt mensen ziek.’’

Hardvochtig beleid

Maar wat kan je als gemeente? Mariëlle: “Zorgen dat mensen beter toegang hebben tot hulp en voorzieningen. Het overheidsbeleid van de afgelopen 15 jaar was hardvochtig. Er werd gestuurd op een kleine overheid en op zelfredzaamheid. Dat was ook wel een tegenbeweging op betutteling, maar het sloeg door. Mensen werden in de steek gelaten. Een terugtrekkende overheid, technologische ontwikkelingen waardoor mensen geen persoonlijk contact meer hebben met instanties. We zagen het bij de toeslagenaffaire, ook hier in de stad. Daar moeten we echt van leren, en het moet beter. Met pessimisme en somberheid kom je niet vooruit. Want er gebeurt ook veel goeds, ik zie veel betrokkenheid bij elkaar. In de stad en ook in mijn eigen wijk, het Regentesse– en Valkenboskwartier. Laten we dat niet uit het oog verliezen.’’

Een zichtbare gemeente

Mariëlle is ervan overtuigd dat het kan, een betrouwbare overheid. “Ik spreek veel hulpverleners, in de schuldhulpverlening, van de Helpdesk geldzaken en maatschappelijk werkers. Ook die van Wijkz in de Regenvalk, waar iedereen heel gemakkelijk terecht kan. En ik ben onder de indruk hoe ze dat doen. We moeten ernaartoe dat mensen als ze een vraag hebben sneller naar de gemeente stappen. Dat daar mensen zitten die je kan vertrouwen en dat de overheid er voor hen is. Een zichtbare gemeente, daar wil ik heen.”

Onze rechtsstaat is de basis van alles

“Er is nu een groep die vindt en gelooft dat de overheid faalt, en dat zie je ook in de verkiezingsuitslagen. Maar weet je, uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: een betrouwbare overheid. Onze rechtsstaat is de basis van alles. Zoveel groepen hebben gevochten voor erkenning, denk aan de excuses voor ons slavernijverleden, aan vluchtelingen, en – langer geleden maar ook kwetsbaar – aan de emancipatie van vrouwen. Fundamentele rechten van mensen, daar moet je als overheid voor staan en verantwoordelijkheid voor nemen.’’

Tekst: Marieke Bauwens
Foto:
Mariët Mons