Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

Met de ogen van het jongerenwerk. Hulp bij overlast

Brommertjes die over de stoep scheurden, blowen in portieken tot ernstige bedreigingen van bewoners; zo was het op de Copernicuslaan, tot een tijdje terug. Bewoners hadden er genoeg van en ook de jongerenwerkers Dennis en Janou van Wijkz was de ernstige overlast opgevallen. Inmiddels is die teruggedrongen, mede met dank aan het jongerenwerk van Wijkz.

Inloop in Lindenkwadrant

Dennis Rauhé werkt inmiddels twintig jaar als jongerenwerker bij Wijkz en Janou van Breda zo’n negen maanden. Daarvoor werkte hij in Scheveningen. Het is nu rustiger in de Copernicuslaan en de bevindingen van Dennis en Janou komen overeen met die van bewoners, zoals een van hen vertelde (zie artikel ‘Te dichtbij en bedreigend’). Dennis: “Jongeren kopen weed in een coffeeshop in de Weimarstraat, en gaan ergens anders zitten blowen. En in de Copernicuslaan is een winkel, een groenstrook en die portieken. Dat zijn mooie afgeschermde plekken voor hen. Onzichtbaar terwijl ze zelf alles zien. Het zijn van die jongeren die overal weggestuurd worden, en dan komen ze weer terug. Een vicieuze cirkel in feite. Ze kunnen nu terecht in het Lindenkwadrant, daar is sinds een tijdje op dinsdag- en donderdagavond inloop.”

Overleg met politie en Openbare Orde en Veiligheid

Op een bepaald moment werd besloten daar iets aan te gaan doen, maar hoe gaat dat? Dennis: “Elke drie weken is er overleg tussen het jongerenwerk, de afdeling Openbare Orde en Veiligheid, de politie en de gemeente. Daar worden meldingen besproken, van bewoners bijvoorbeeld, en signalen van de politie en de jongerenwerkers. Er moest iets gebeuren in de Copernicuslaan, besloot men. En aan ons vroegen ze om actie te ondernemen.” Dennis benadrukt met klem dat overlast melden belangrijk is: “Geen meldingen, geen probleem, dan kunnen we niets.”

Aanbelactie

Bij alle bewoners aan de Copernicuslaan belden ze aan. Dennis: “Zo hebben we veel bewoners gesproken. De straat is lang en dus waren ervaringen heel verschillend; mensen die niets merkten en mensen die enorme overlast hadden.’’ Janou haakt erop in: “Genoeg om meer te gaan doen. Woensdagavond is het Lindenkwadrant nu ook open voor jongeren, en die avond zijn zij zelf verantwoordelijk. En we doen nu elke week een rondje langs de plekken waarover meldingen zijn. We praten met de jongeren die daar dan rondhangen, spreken ze aan op hun gedrag en nodigen ze uit om naar het Lindenkwadrant te gaan. Daar kunnen we natuurlijk meer. Maar dan moet je ze wel binnen hebben.’’ En daar zijn ze beiden honderd procent zeker van, en dat is met hun werk ook aangetoond: dat een vaste plek voor jongeren in de buurt helpt.

Een grote lamp

De inzet heeft succes. Maar, zoals bewoners vertelden, de overlast die zo beangstigend en heel bedreigend was, kwam niet van jongeren uit de buurt. Dennis: “Jongeren die echt kwaad in de zin hebben, willen niet gezien worden. Als ze merken dat de politie vaker langskomt en er regelmatig jongerenwerkers op het plein zijn, dan vertrekken ze. Zie het als een grote lamp die op hen gericht staat. Dat willen ze niet.’’

Waakvlam

Wat gebeurt er met jongeren die echt tegen criminaliteit aanzitten? Dennis: “Daar moet je zwaarder op inzetten. Door de politie bijvoorbeeld, maar liever door een andere en intensieve vorm van hulpverlening. In de Copernicuslaan is het nu rustiger, maar die lamp blijft aan, we blijven rondjes doen, en de politie blijft scherp.”

Tekst en foto: Marieke Bauwens