Aan de rand van onze wijk, op de Koningin Emmakade 160, bevindt zich het Jacobshospice, een ‘bijna-thuis-huis’ waar terminale patiënten de laatste periode van hun leven kunnen doorbrengen. Een goede tijd, zo ervaren de bewoners en team, waar doodgaan geen omfloerst begrip is en waarin geluksmomenten zeker voorkomen.
Optimale aandacht
Mascha de Haan is algemeen coördinator en Bieke is vrijwilliger ‘aan het bed’. Ze werken hier beiden ongeveer drie jaar. Een vreemde periode om te beginnen, drie jaar geleden, zo midden in de coronatijd. In diezelfde periode kon ook het 25-jarige jubileum niet de volle aandacht krijgen. Mascha: “Het is hier prettig voor onze gastbewoners. Er heerst echt geen grafstemming, en er wordt volgens mij nergens zoveel gelachen als hier.” Bieke: “We doen alles om het onze bewoners naar de zin te maken. Ze hoeven zich nergens meer zorgen over te maken, dan valt er iets van ze af. Het is hier gezellig en het voelt aan als een hechte familie. Het samenspel tussen verpleegkundigen en vrijwilligers maakt dat we voldoende tijd hebben om gastbewoners en naasten optimale aandacht te geven.”
¨Er wordt volgens mij nergens zo gelachen als hier¨
Laatste fase
De gastbewoners komen in het hospice voor de laatste fase, als ze niet lang meer te leven hebben. Een enkele keer komt het voor dat een bewoner door de goede verzorging stabiliseert en de levensverwachting langer wordt. In dat geval gaat deze dan meestal naar een verpleeghuis. Het Jacobshospice kan financieel bestaan door subsidie van de overheid. Daarnaast betalen de bewoners een eigen bijdrage per dag, die deels door de zorgverzekering wordt vergoed. Verder krijgt het hospice ondersteuning van de Stichting Vrienden van het Jacobshospice.
Respect en gevoeligheid
Bieke: “Je moet als je hier werkt echt flexibel kunnen zijn. Geen dag is hetzelfde, want de situatie van bewoners kan elk moment veranderen en ook hoe zij daaronder zijn. Je komt ook heel erg in hun intimiteit. Dat dit voor een bewoner moeilijk kan zijn, realiseer ik me elke dag. Dat vraagt om respect en gevoeligheid. Dan kan dat ene tafeltje met spullen naast het bed heel belangrijk zijn en vaak nog het enige waar de bewoner controle over heeft. Een enkele keer vind ik het moeilijk en emotioneel, maar ik probeer het niet mee naar huis te nemen. Al met al voel ik me hier als vrijwilliger toch honderd procent op mijn plaats.”
Huwelijk
“Onze bewoners komen uit alle lagen van de bevolking, van tramconducteur tot notaris,” zegt Mascha. “Die lagen vallen hier weg. En gelukkig komen mensen hier vaak vroeg genoeg om nog geluksmomenten te beleven. Al tweemaal hebben we hier in huis een huwelijk van een bewoner mogen meemaken, met een mooi feest. We moesten natuurlijk wel even regelen dat dit een trouwlocatie werd. Geluksmomenten en laatste wensen zijn meestal heel bescheiden; nog een laatste keer een pannenkoek eten in Meijendel of een laatste keer in bad.”
Vrijwilligers
“Wat onze vrijwilligers betreft, die zijn hier voor alle soorten taken: vrijwilligers ‘aan het bed’ zoals Bieke, andere vrijwilligers ontvangen de gasten, zorgen voor de bloemen, koken, onderhouden de tuin et cetera.” Mascha staat altijd open voor een gesprek met iemand die vrijwilliger wil worden. Bieke: “We krijgen hier alle waardering en worden goed opgeleid. Het hospice geeft zelf een introductiecursus en verder mag je allerlei cursussen volgen, van voet- en handmassage tot rouwverwerking. Onlangs volgde ik een cursus waarin je nog eens goed op het werkelijke doel van dit werk wordt gedrukt. Wat bijvoorbeeld het belangrijkste is om te doen als je een keuze moet maken.”
Terug naar de werkelijkheid van nu. Mascha moet nu gaan praten met de familie van een bewoner die gisteravond is overleden. Deze zal zo dadelijk door personeel en vrijwilligers worden uitgeleid en overgedragen aan de begrafenisondernemer. Ze zullen allemaal buiten blijven staan tot het moment dat de begrafenisauto uit het zicht verdwijnt.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.