HISTORIE IN DE WIJK
De Tweede Wereldoorlog werd lang voorgesteld als ‘nationaal gedragen noodlot’. Schrijver Jan Cremer had een andere kijk op de Nederlandse houding: ‘Men bespiedde en begluurde, verried en verkocht elkaar’. Er waren echter ook lichtpunten in de ‘duisternis’. Landgenoten die hun hart en geweten lieten spreken, zoals Joop van Leeuwen en Willem Gerrese en hun pleegmoeder Wilhelmina Frederika Kockx. Zij waren woonachtig en werkzaam op Weimarstraat 402. Op 5 februari 1943 werden de pleegzonen, samen met anderen, gefusilleerd vanwege het drukken van de verzetskrant Het Parool. Het verhaal van deze buurtbewoners verdient het om te worden gehoord. Immers het verleden is een ‘onmisbare steunpilaar van het eigen wezen, van wie men is’.
Wilhelmina Kockx en haar pleegzonen
Wat weten we van de pleegzonen en hun ‘moeder’? Wilhelmina Frederika Kockx werd in 1884 geboren in een middenstandsgezin in de Schilderswijk. Vader Willem Frederik was barbier in de Koningstraat. Hij was eigenaar van zijn winkel op 90 en woonde erboven. Hij bezat ook het naastgelegen pand 94-96. In 1886 kwam Fernandina Frederika ter wereld en in 1895 een zoon Willem Frederik. Wilhelmina werkte thuis als naaister. Haar broertje nam later de kwast van vader over. Fernandina trouwde haar buurjongen van 86-88. Deze Willem Gerrese verkocht sigaren in haar vaders pand. Fernandina beviel in 1910 van Willem Frederik maar ze overleed al in 1912. Oudere zus Wilhelmina, ze bleef zelf ongetrouwd, ontfermde zich over haar neefje. Opvallend is dat ze ook de zorg op zich nam van tiener Adrianus Johannes – roepnaam Joop – Van Leeuwen, een volle wees.
Willem Gerrese verhuisde in 1920 naar een benedenwoning op het nieuwe Marnix van Sint Aldegondeplein 17b. Maar hij bleef met zijn schoonfamilie verbonden. In 1926 kwamen vader en moeder Kockx met Wilhelmina en zijn zoon Wim boven hem wonen op 17c. Na twee jaar vertrokken de vier naar Meidoornstraat 67, een bescheiden parterre bij de Mient. Vader Willem verhuisde naar 17c. Hij begon in 1930 een boekhandel tevens leesbibliotheek, waar men tegen betaling een boek kon lezen of lenen, in de Altingstraat 150 in het verst gelegen deel van het Bezuidenhout.
De ouders van Wilhelmina overleden in 1934. Wilhelmina huurde in 1936 – bijna om de hoek – Weimarstraat 402. De tweelaagse eengezinswoning bood boven een woonkamer, twee slaapkamers, een kabinet en een keuken. Ze ging er wonen met Wim; Joop verhuisde naar de Meidoornstraat. Wilhelmina mocht van de gemeente de begane grond benutten als winkel met leesbibliotheek. Trad ze in haar zwagers voetsporen? Per 1 juni 1938 vestigde ze er de kantoorboekhandel annex handelsdrukkerij Kockx en Co op. Haar compagnons waren haar vrijgezelle pleegzonen Joop en Wim! Het getuigde opnieuw van zorg én vertrouwen! Wat de broers voorheen in de economisch onzekere jaren ‘30 voor de kost deden, is niet bekend.
Wat weten we verder van de pleegzonen? Joop voetbalde eind jaren ’20 bij H.V.V. Archipel. Hoe hij daar terecht kwam is onbekend. De Haagse voetbalvereniging was in 1920 opgericht. Archipel speelde haar wedstrijden in de Vierde Klasse Haagse Voetbalbond aan de Buurtweg. Joop werd in 1935 voorzitter, pas 29 jaar. Kennelijk bezat hij leidinggevende kwaliteiten. Zijn bestuursperiode kende een leuk feit en een vervelend voorval. In 1937 debuteerde het latere icoon Bram Appel als zestienjarige in het eerste elftal. Vervelend was dat men de secretaris moest royeren wegens diefstal, elders, dus niet bij de vereniging. Wim Gerrese nam de vrijgekomen plek in. Hij hoorde er kennelijk echt bij. Binnen de vereniging werd hij Lou genoemd… Het verenigingsblad de Archipelpost werd bij de nieuwbakken drukkerij vervaardigd.
De SDAP en de ondergrondse bladen Het Parool en Vrijheid
Na de Duitse inval moesten vele partijen en personen hun positie versus de bezetter bepalen. Zo ook de SDAP en haar voorman Koos Vorrink (1891-1955). De socialistische beweging – SDAP, NVV, VARA en haar dagblad Het Volk – werd door de bezetters ontmanteld. Vorrink meende dat uitbuiting en verarming moest worden bestreden door het opvoeden in de juiste ethos en democratische gezindheid. Hij wilde een nieuwe partij, die een doorbraak in de politiek zou bereiken door ook de middenklassen én confessionele arbeiders aan te spreken. Vorrink polste eind 1940 mensen om in het verzet te gaan door een ondergrondse krant op te zetten. Hij ontmoette Frans Goedhart, die als Pieter ’t Hoen al illegaal nieuwsbrieven uit bracht. Men begon nog dat jaar met Het Parool.
Het Parool wilde het Nederlandse volk inzicht geven in de betekenis van de bezetting en hoe men zich moest opstellen versus de bezetter. Daartoe bood de krant informatie, die de gemuilkorfde pers verzweeg, bijvoorbeeld over de Jodenvervolging. En men schetste een visie van politieke vernieuwing en méér sociale rechtvaardigheid voor na de oorlog. Goedhart hamerde ook op het falen van de vooroorlogse partijen, die geen antwoord hadden op de crisis en werkloosheid én het totalitaire streven van fascisme en communisme. Vorrink en Wiarda Beckman, ex-hoofdredacteur van Het Volk, vonden dat niet slim voor het vertrouwen in de parlementaire democratie én de SDAP. Iedereen zag zich als de spreekbuis van die vernieuwing naar de regering in Londen, die dringend behoefte had aan informatie vanuit het moederland.
Het Parool werd eerst vanuit Amsterdam naar andere steden gebracht. Dat vervoer was riskant. Men wilde in Den Haag zelf drukken. Ook koos men een andere naam ‘Vrijheid’ om te Duitsers te verwarren. Verzekeringsman Wibo Sjerp Lans (1884), getrouwd met een nicht van Vorrink, nam contact op met Kockx en Co. Waarom deze drukkerij? Kende men elkaar al via de SDAP, Archipel of – zie later – uit theosofische kringen? Het antwoord is helaas onbekend.
Herman Hissink, eveneens drukker en docent op Gymnasium Sorgvliet, verwoordde de betekenis van het drukwerk, die Kockx, van Leeuwen en Gerrese misschien ook zo hebben gevoeld: ‘ Al die geheime bladen, met een oprechtheid zo vaak vreemd aan de officiële pers vóór de oorlog, zijn ons lief geworden. Voorop Vrij Nederland, onmiddellijk daarna Het Parool, de twee oudgedienden.‘
Vanaf 1 september 1941 drukte Kockx de Vrijheid, elke twee weken, acht pagina’s dik in een oplage van duizend stuks. Al na enkele maanden werd men gewaarschuwd voor Duitse interesse… Van Leeuwen verwijderde belastend materiaal. Toch werden de drie op 5 februari 1942 gearresteerd in de drukkerij door de beruchte Haagse politiemannen Poos en Slagter. Gerrese bekende maar zei ook dat zijn pleegmoeder het clandestiene werk niet wilde… Wilhelmina Kockx werd in augustus vrij gelaten. Haar pleegzonen gingen van de Scheveningse gevangenis door naar kamp Amersfoort en vervolgens naar kamp Vught. Op 19 december 1942 sprak een Duitse militaire rechtbank de doodstraf uit over 21 Parool-mensen uit Amsterdam en Den Haag, verspreiders en drukkers, waar onder de pleegzonen, Lans en Goedhart. Het waren veelal mensen uit de SDAP. Op 25 januari 1943 bekrachtigde de Duitse militaire bevelhebber generaal F. Christiansen het vonnis. Op 5 februari 1943 werden Van Leeuwen, Gerrese, Lans en tien anderen, ze hoopten nog even dat ze er met tewerkstelling in Duitsland vanaf kwamen, geëxecuteerd op vliegveld Soesterberg.
Wim schreef een laatste brief aan zijn pleegmoeder, die in een gedenkboek van het Oranjehotel is opgenomen. Hij verzekerde haar dat, na het ontvangen van het laatste avondmaal, de executie ‘mij noch Joop noch de anderen veel doet’. Hij benadrukte haar dat de band tussen hem en haar, tussen haar en Joop en tussen Joop en hem ‘onverbrekelijk’ was. Hij verzocht haar om ‘goed intensief’ verder te leven. Tussen deze citaten door werd Wim door de samenstellers van het boek geduid als ‘theosoof’. Theosofen geloven in broederschap en onafhankelijk denken en menen dat mensen zich tot steeds hogere graden van spiritualiteit kunnen ontwikkelen. In hoeverre Willems verzet voortsproot uit deze leer? De Duitsers verboden vrijwel meteen theosofische organisaties…
Wilhelmina Kockx plaatste op 16-2-1943 een overlijdensadvertentie in de Haagsche Courant. Het valt op hoe ze de mannen verschillend duidde. Ondertussen was Archipel kampioen geworden mede door Appel, die vervolgens in Duitsland te werk werd gesteld.
De Duitsers hadden meerdere bronnen
Hoe waren de bezetters de drukkerij op het spoor gekomen? De site van Archipel stelt: ‘Dit na verraad.’ Er zijn meerdere opties. Zeker is dat Wibo Lans door een spionne Dora ‘mooie Dolly’ Dibbets werd verraden en na zware martelingen doorsloeg en de drukkerij noemde. Echter voor Lans waren al andere betrokkenen opgepakt. Poos en Slagter verklaarden na de oorlog dat van meer kanten informatie over de Vrijheidsgroep was ontvangen.
Het gedenkboek Parool 1940-1945 stelt onomwonden dat de diefachtige secretaris van Archipel een bron was. Hij wist kennelijk dat de broers Vrijheid drukten. De man werd echter na de oorlog buiten vervolging gesteld. Het gedenkboek noemt Gerrese overigens, nogal slordig, Gerritsen… Een andere bron kan Goedhart zijn geweest. Wiarda Beckman en Goedhart zouden de regering in Londen informeren. Ze werden echter op 17 januari 1942, een paar weken voor de arrestatie van de pleegbroers, op het Scheveningse strand opgepakt. Goedhart had ‘zeer veel belastend materiaal’ bij zich. Dat bood de Duitsers een ‘nog nauwkeuriger inzicht’ in de illegale pers, wat ‘tot een groot aantal arrestaties leidde’. Een briefje van Goedhart wees bijvoorbeeld rechtstreeks naar een andere drukker Wim Gertenbach, die tegelijk met Van Leeuwen, Gerrese en Lans werd vermoord.
Hoe gaat een land om met helden?
Joop en Wim werden na de oorlog bijgezet op de Erebegraafplaats Bloemendaal. Wilhelmina Kockx bleef na de oorlog op Weimarstraat 402 wonen. Wim’ s kamer kreeg, zoals zo vaak in die tijd van woningnood, een onderhuurster. Hoewel de drukkerij was gestopt na de arrestatie van de pleegbroers stond de firma na de oorlog nog in het telefoonboek. Er vestigde zich een andere drukkerij. In 1948 was Kockx aanwezig bij de onthulling op het terrein van Archipel van een gedenksteen voor onder meer haar pleegzonen. In 1952 overleed deze bijzondere vrouw. Op de steen worden twee anderen genoemd: Dirk Braam dood door een ongeval en Jan ten Hove, een 33 jarige verwarmingsmonteur, die in 1944 door de ‘Duitse beulen’ in Vught werd geëxecuteerd.
Gerrese kreeg in Den Haag een straat en in Amsterdam een pad naar hem vernoemd. Van Leeuwen kreeg niets omdat er al teveel straatnamen waren met zijn naam…Joop van Leeuwen verdient ook alsnog publieke erkenning via een naar hem genoemde straat bij voorkeur in de buurt. Verder kan de gedenksteen, meegegaan naar SVC’08, de opvolger van Archipel, wellicht een nieuwe plek krijgen bij voetbalvelden bij de Waalsdorper laan of anders in de buurt van Weimarstraat 402? We zullen de gemeente aansporen tot een passend eerbetoon aan deze buurtbewoners.
Open hier het document inclusief voetnoten.
Richard Kleinegris m.m.v. Erwin Nijhuis
2-11-2023
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.