In 2010 werden – vanwege bezuinigingen en onder verantwoordelijkheid van wethouder Karsten Klein – de gebouwen van het welzijnswerk gesloten. Er werd gekozen voor een andere vorm: Buurthuizen van de Toekomst. Voorwaarde was dat de activiteiten en ontmoetingsmogelijkheden eerst elders werden ondergebracht. Bij sportclubs, scholen, zorginstellingen, culturele instellingen en multifunctionele ruimtes. Als een Buurthuis van de Toekomst zouden deze dan hun accommodaties delen.
Overgang naar civil society
Het idee was dat het beter was om te bezuinigen op het vastgoed dan op mensen en dat het welzijnswerk niet gebonden hoeft te zijn aan accommodaties. Daarbij was het uitgangspunt dat mensen zelf dingen voor elkaar organiseren. Het gaf invulling aan de overgang naar de civil society, zoals in de gemeentelijk nota ‘Buurthuis van de Toekomst; het fundament’ werd verwoord: “De eigen verantwoordelijkheid van de Haagse inwoners staat voorop.” Buurthuizen van de Toekomst zouden zelfvoorzienend zijn volgens het idee van de “eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid.” De gemeente faciliteert, vrijwilligers draaien de nieuwe buurthuizen.
Regentesse– en Valkenboskwartier
Bij ons sloten Buuthuis 1 en 2 aan de Gaslaan en het jongerencentrum de Steeg in de Van Swindenstraat. Het Hondiuspandje bleef open. Woonzorgcentrum Jonker Frans, tennisvereniging het Breekpunt en Schroeder van der Kolk in de Weimarstraat werden de Buurthuizen van de Toekomst.
Hoe het ging
Vonden activiteiten en ontmoetingsplekken uit de buurthuizen onderdak in een Buurthuis van de Toekomst, en waren deze een echt alternatief? Hierover spraken we eind 2017 met de betreffende instellingen. Hun conclusie was dat zij géén Buurthuis van de Toekomst geworden zijn. Het Breekpunt vertelde dat het een tennisvereniging bleef en dat tijd en kennis ontbraken om meer te doen. Jonker Frans bleef voor ouderen, en bij Schroeder (inmiddels weg uit de Weimarstraat) ging het om mensen met psychische problemen en een indicatie voor begeleid werken. Activiteiten uit de voormalige buurthuizen vonden ook daar niet plaats. Deze gingen voor een deel naar de Regenvalk, en voor kinderen en jongeren vooral naar het toenmalige Hondiuspandje, waar toen niet meer door welzijnswerkers maar door bewoners activiteiten werden georganiseerd. Het welzijnswerk richtte zich op het ondersteunen en faciliteren van verenigingen en instellingen.
Tegengestelde beweging
Buurthuizen van de Toekomst zijn ook in het Regentesse- en Valkenboskwartier niet van de grond gekomen, en activiteiten en ontmoetingsmogelijkheden verdwenen. Veel buurtbewoners raakten hun vaste stek kwijt. En eigenlijk was er sprake van een tegengestelde beweging, zoals een toenmalige manager van Voor Welzijn het zei: “In een participatiesamenleving moet men een beroep doen op het netwerk, en die netwerken waren er juist in de buurthuizen.”
Verbinden en versterken
Door de tijd heen is er steeds weer bezuinigd op het welzijnswerk en was het een speelbal van het politieke spel. Vervelend voor medewerkers en nadelig voor mensen en buurten. In de gemeentelijke visie ‘Verbinden en versterken’ lijkt er wat te veranderen. Met de focus op actief samenleven, opgroeien en de ondersteuning van kwetsbare inwoners gaat het welzijnswerk terug naar de essentie ervan en krijgt het – hopelijk – ruimte om snel te handelen.
Tekst: Marieke Bauwens
Foto: Piet Vernimmen