Terwijl ik dit stukje tik, stroomt de regen langs de ramen en voel ik dat de herfst in al zijn glorie gearriveerd is. Hij brengt duisternis met zich mee, duisternis vol van sfeer, niet leeg zoals een koude winternacht; de herfstige uren van daglicht zijn zo vol kleurschakeringen en goud omrande wolkenpartijen, dat ze ons doen vergeten dat er een andere duisternis op de loer ligt, klaar om traag maar doeltreffend toe te slaan.
Op andere plaatsen op deze planeet is die duisternis terrein aan het winnen: de extreme regens en stormen die wereldwijd steden en dorpen teisteren en mensen van huis en haard verdrijven en beroven; en de duisternis van de oorlog.
Op televisie zie ik een oude seniele man vervuld van nostalgisch sentiment zich een tsaar wanend door een paleis met gouden deuren lopen en met droge ogen verkondigen dat het westen ten onder zal gaan aan haar decadente en zelfs duivelse gedragingen, terwijl we stilzwijgend de negatieve economische gevolgen van zijn handelen zullen moeten aanvaarden.
Een paar dagen eerder zie ik huilende jonge vrouwen en huilende moeders hun mannen, hun zonen omhelzen en uitzwaaien, op naar het front; de dood tegemoet, of in het minst slechte geval een geknakte geest in een verminkt lichaam.
Ik zie een jonge man op een mountainbike, bepakt met een enorme rugzak, op de grens van Rusland met Georgië; hij probeert aan deze tragische onvrijwillige wending van zijn leven te ontkomen door “nu echt eens de natuur van het prachtige Georgië te gaan bekijken”.
Ik denk aan mijn opa die, om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen, ondergedoken zat onder de vloer van zijn huis, hier in de wijk.
De vluchtende Oekraïners met hun huisdieren in de armen geklemd doen me denken aan de verhalen van mijn oma, die mij vaak vertelde dat ze tijdens de hongerwinter het weinige brood dat ze als 12-jarig meisje had, deelde met de hond en kat van het gezin. De dieren als familie, de dieren als stille troost. Het luide gestamp van de laarzen van de bezetter, marcherend door de straten van dit stadsdeel; het staat in haar geheugen gegrift.
George den Dulk