Het lijkt een soort vervolgverhaal over alles wat er rond de Gaslaan heeft plaatsgevonden, maar dan in omgekeerde volgorde. Dit verhaal gaat verder terug in de tijd, voorafgaande aan wat in de KonkreetNieuws van juni dit jaar over de Gaslaan is geschreven. Een voorgeschiedenis in brede zin. Niet alleen heeft er een kasteel van de familie Westerbeek gestaan aan de oostzijde van de Loosduinseweg, er is meer. In de 17e eeuw is de Loosduinsevaart gegraven voor het afvoeren van zand en het aanvoeren van goederen van het Westland voor Den Haag.
Boerderij Groenesteijn werd gebouwd aan het eind van de middeleeuwen. De boerderij was eerst zelfvoorzienend, maar kreeg later een marktfunctie voor de stad Den Haag. We weten dit en nog veel meer over de veranderingen in de bebouwing sinds de 15e eeuw, door wat er in 2009 in de grond is gevonden door de Afdeling Archeologie van de gemeente. En verder uit de geschriften over die tijd in het gemeentearchief.
Het onderzoeksgebied van ongeveer 1300 m2, begrensd door de Gaslaan en de Jan Krosstraat, is helemaal onderzocht en heeft mooie resultaten opgeleverd. Op die plek was een soort laag duingebied, 1,25 m + NAP, en de flank van een strandwal. Nu heeft het een hoogte van 0,70 m + NAP. Het zand is gebruikt voor zandwinning. Het gebied ten oosten van Den Haag werd steeds verder ontgonnen voor de noodzakelijke uitbreiding van de stad, en het zand was nodig, omdat de grond voornamelijk uit veen bestond. Een kaart van Delfland uit 1734 laat die bebouwing zien. Naast Groenesteijn waren nog twee met naam bekende boerderijen: de Haag-woning en de Engelenburch. Doordat er steeds meer ruimte nodig was voor bebouwing, werden de boerderijen rond 1890 gesloopt.
Ten noordoosten van deze plek werd rond 1875 de gemeentelijke gasfabriek gebouwd met ernaast de huizen voor de arbeiders van de fabriek. Ook werd hier aan de Loosduinseweg het kindertehuis Groenesteijn van het r.k. Schiefbaan-Hoviusgesticht gebouwd. Het kindertehuis maakte gebruik van delen van de boerderij, zolang deze er stond, zoals de stallen en het hoofdgebouw. Een vreemd gegeven is dat de stal werd gebruikt voor het huisvesten van meisjes die wegens ruimtegebrek niet in het kindertehuis geplaatst konden worden. Het tehuis werd in 1971 afgebroken.
De stadsboerderij was een veeboerderij en had twee kelders voor opslag van melk en voorraden en een hooiberg. Van de boerderij zelf is niet zoveel aangetroffen, doordat hij volledig in hout opgetrokken was. Wel zijn er zo’n 2000 scherven en 343 glasresten aangetroffen.
Heel Regentesse-Valkenbos is historische grond, maar het gebied in de buurt van de Gaslaan is wel een heel bijzondere plaats.
Foto: De afgravingen door de Archeologische Dienst in 2009
Tekst: Marcel Nonhebel
Foto: Afdeling Archeologie Den Haag