Ook in onze wijk kwamen Oekraïense vluchtelingen aan. In de eerste week van maart vingen Glen en Irena Bolk uit de Van Swindenstraat Irena’s zuster Alla en de drie kinderen Sabina (7), Luka (6) en Sara (2) op. Irena: “Mijn zuster woont in een klein plaatsje in de buurt van Odessa. Ze heeft niet afgewacht tot ze midden in de oorlogshandelingen terecht zou komen, en besloot te vertrekken.”
Via Moldavië
Sasha, de man van Alla, bracht zijn gezin naar de grens met Moldavië. Zelf bleef hij in zijn land om zich als vrijwilliger in te zetten bij de verdediging van Oekraïne. Bij de grens stapten Alla en de kinderen over in een bus die voor personen en vracht bestemd was. Ze hebben drie dagen gereden, waarop Glen ze in Beuningen oppikte om ze mee te nemen naar zijn huis.
Twee kleine kamers
Glen: “Ik heb af en toe wel wat tranen moeten laten, zeker op het moment dat ik Alla en de kleintjes zag in Beuningen. Zo gesloopt en ontredderd. Oekraïne is zo anders dan hier, ik ben er zelf zes keer geweest; die eigen omgeving hebben ze achter moeten laten.” Hij nam ze mee naar hun huis in de Van Swindenstraat, dat bestaat uit twee kleine kamers. Irena en Glen vertellen: “De kinderen zijn lief maar verschrikkelijk druk, misschien ook door de omstandigheden. We moesten alles op grijphoogte weghalen. De buren kwamen klagen over de herrie, maar toonden veel begrip toen we uitlegden wat er aan de hand was. Zelf sliepen we op de bank in de kamer en de rest in onze slaapkamer.”
Van Amsterdam naar Den Haag
Het was een noodoplossing en duidelijk geen houdbare situatie. Glen: “Je wilt niet weten met hoeveel instanties ik aan de telefoon heb gezeten voor hulp en opvang. Maar het was duidelijk dat ook Nederland is overvallen door de situatie. Het AZC kon ons niet helpen. We werden steeds doorverwezen, tot er uiteindelijk opvang was in een hotel in Amsterdam.” Ook dat was een verre van ideale oplossing. Het steeds heen en weer reizen naar Amsterdam kostte veel tijd en brandstof. Bovendien moesten Glen en Irena ook gewoon werken. Gelukkig zijn Alla en de kinderen inmiddels naar een hotelkamer in Den Haag verplaatst. Ze zien elkaar vaak. Intussen gaat het redelijk goed met hen. Glen: “Kinderen zijn gelukkig zo flexibel. We zijn op dit moment nog wel op zoek naar scholen.”
Hulp van collega’s
“Ik werk in de Greenhouse in De Lier. Daar begonnen mijn collega’s onmiddellijk kleren in te zamelen.” zegt Irena. Glen: “Ja, Irena is heel geliefd op haar werk, ik ben heel trots op haar.” Ook op Glens werk, een inspectiebedrijf in Zoetermeer voor onder andere asbest, was grote betrokkenheid. “Daar werd ook heel veel kleding ingezameld en geld voor ondersteuning en brandstof.”
Odessa
Glen: “We zijn in januari en februari nog in Oekraïne geweest. Ook in Odessa, een prachtige stad, gebouwd in de 17e en 18e eeuw. We hebben toen helemaal niets gemerkt van spanning.” Irena vult aan: “Nu ziet Odessa er precies zo uit als ik zag op een foto uit 1945, met al die anti-tank barricades.”
Ongeloof
Irena: “Mijn moeder en mijn jongste zuster wonen in Rusland. Mijn moeder gelooft me niet als ik vertel over hoe Rusland tekeer gaat Oekraïne. Zelfs nu ze hoort dat Alla en de kinderen hiernaartoe zijn gevlucht, gelooft ze het niet. Om geen vreselijke ruzie te krijgen, hebben we afgesproken dat we niet meer over dit onderwerp praten. Gelukkig gelooft mijn zusje me wel. Die heeft toch meer informatie gekregen.”
Dit is de situatie op 20 maart. Die kan bij het uitkomen van de krant medio april veranderd zijn. We blijven via Irena en Glen volgen hoe het met Alla en de kinderen gaat.
Tekst: Anneke de Graaf
Foto: Jacques Rijnsburger
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.