De winter is ook de tijd van de open haarden en de houtkachels. Het gas wordt duurder en waarschijnlijk zullen – nog – meer mensen zo wat willen bijstoken. Dan zijn er wel een paar dingen om even bij stil te staan.
Fijnstof
Bij een open haard verdwijnt 90 (!) procent van de warmte door de schoorsteen naar buiten en bij een houtkachel, speksteenkachel of tegelkachel 20 tot 40 procent. Door het stoken van hout en houtskool komt er veel fijnstof in de lucht. In grote steden zoals Den Haag zorgt het stoken van hout voor meer luchtvervuiling dan het verkeer. Lang niet iedereen weet het, maar wanneer de open haard of houtkachel 1 uur brandt, brengt dat 5 keer meer fijnstof in de lucht dan 1 uur autorijden in de stad.
Ongezond
Hout stoken is ongezond voor iedereen. Voor mensen die in de buurt wonen, maar ook voor de stoker zelf. De rook van een houtvuur bevat namelijk altijd schadelijke stoffen, zoals fijnstof, kankerverwekkende koolwaterstoffen en koolmonoxide. Dat zorgt voor ongezonde lucht, niet alleen buiten maar ook in huis. En vrijwel iedereen kent wel die twijfel als je rook ruikt: is er ergens brand of is het een open haard. Hoeveel last iemand heeft of welke klachten hij krijgt, hangt natuurlijk van verschillende dingen af. Mensen met een longziekte, ouderen en kinderen hebben er meer last van.
Goed stoken helpt
Het allerbelangrijkst is om niet te stoken bij windstil of mistig weer. Rookgassen blijven dan in en om het huis hangen. En hoeveel schadelijke stoffen er in de lucht komen, hangt af van het soort kachel, het hout dat je gebruikt en de manier waarop je stookt.
Tips? Op de website van de gemeente en op bijvoorbeeld www.milieucentraal.nl.
Tekst: Marieke Bauwens