Wil je de best bewaarde oorlogsruïnes van Den Haag zien? Fiets dan voor de aardigheid eens via de Geysterenweg park Overvoorde binnen. Ten tijde van de “koude oorlog” ging ik er met m’n vriendjes graag kijken. Manhaftige mannen in overall bekwaamden zich er in het redden. Bij toerbeurt takelden ze een van hun onverschrokken makkers per brancard omlaag. Het was de kunst om de touwen zodanig te vieren dat het “slachtoffer” horizontaal de begane grond bereikte. Het schouwspel won aan dynamiek als dat niet lukte. Eenmaal parterre moest de geredde nog een simulatie van eerste hulp ondergaan, tenzij een gemakzuchtiger scenario bepaalde dat hij levenloos uit het puin was gehaald. In dat geval kon hij gelijk overeind komen om te helpen met het opruimen van de ladders.
De ruïnes waren nep en de deelnemers aan het project Bescherming Bevolking werden amper serieus genomen. Als de perfide sovjets eenmaal over ons heen walsten zou er voor de trouwhartige amateurs toch geen redden meer aan zijn. Net als andere overlevenden konden ze maar beter gelijk in de kelder kruipen of in de kast onder de trap. Gezagsgetrouwe landgenoten hadden daar houdbaar voedsel en drinkwater opgeslagen. Een voorlichtingsfilmpje op tv liet zien hoe bij het janken van het luchtalarm ouders en kinderen welgemoed positie kozen te midden van hun voorraad. Daar lag ook een zaklantaarn met reservebatterijen klaar. Thuis deden we aan die flauwekul niet mee. Wel hadden we een knijpkat, nog uit de vorige oorlog.
De hulpverlening van de BB werd per wijk geleid door een blokhoofd. Toevallig was onze buurman blokhoofd. Dat kon je weten want op zijn voordeur prijkte een bordje: BLOKHOOFD. Ons blokhoofd was een rijzige en zwijgzame man, een baken van kalmte en zelfbeheersing, echt een blokhoofd waarop je kon bouwen. Wat hij effectief kon coördineren was twijfelachtig want in onze buurt was verder niemand bij zijn organisatie aangesloten. Gelukkig waren we met z’n allen wel aangesloten bij de NATO, volgens mijn vader de best denkbare bescherming bevolking. Pa was zeer ingenomen met de benoeming van onze Joseph Luns tot secretaris-generaal, zeg maar opperblokhoofd.
Bert de Croon