Deurtje
Een heel klein deurtje maakte hij. Handig. Handig voor als de poes eten moet. Hoeven ze niet helemaal over straat. Handig met manden was – past net – om bij de buren in de machine te stoppen. Eens liepen de twee dochtertjes in badjasjes met shampoo door het deurtje om bij hen in bad te gaan, omdat er god weet wat met de badkamer aan de hand was. Het bleek een bubbelbad! Ze wilden nooit meer iets anders.
En als je dan van haar bloeiende tuin – het beste wat ik voor mijn tuin kan doen is op vakantie gaan – door het deurtje gaat. Ja dan.
Dan kom je in een echte kasteeltuin. Hij hovenierde in hoge kringen, ontving nog een bedankje van premier Kok.
Ja, dat is weelde. Dat tuingenot. Dat de kinderen soms naar school gebracht worden. Of gehaald. Ze leerden van de oudste hoe dat moest met luiers enzo. Nee niet die, dat is een zwemluier.
Als ouders. Inclusief het teleurstellen. Je moet ze water geven, óók als het regent.
Ze ziet het nu zelf ook. Het verdrietige salieplantje.
Grote mazzel met elkaar. En met hun verborgen stadsparels.