Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

De Gheyn, talentvol graveur en hofschilder

De Gheijnstraat begint in de karakteristieke Blauwe Pannenbuurt. Hij steekt de Regentesselaan en de Beeklaan over, en buigt dan af naar links, waar hij eindigt bij de Noorderbeekstraat. Wie was de naamgever van deze straat?

Jacobus de Gheyn

Talent
Jacob de Gheyn II (1565-1629) was een in Antwerpen geboren tekenaar, graveur en schilder. Antwerpen was in die tijd niet alleen de belangrijkste vesting van het katholicisme in Nederland, maar dankzij belangrijke drukkerijen zoals die van Plantijn, ook de grootste prentenmarkt van Europa. In Antwerpen leefden dan ook hele families van ‘devotieprentjes’ als graveurs, inkleurders, drukkers of handelaars. De Gheyn werd eerst opgeleid door zijn vader, Jacob de Gheyn I, maar vanaf 1585 ging hij in de leer bij Hendrick Goltzius in Haarlem. In april 1595 trouwde hij met Eva Stalparts van der Wielen, een dochter van een rijke familie uit Den Haag. Tussen 1596 en 1602 woonde hij in Leiden. Al snel viel hij op door zijn talent. Hij maakte natuurgetrouwe tekeningen van dieren en bloemen, maar tekende ook allerlei sprookjesachtige wezens.

Terug naar de natuur
In 1605 verhuisde De Gheyn naar Den Haag. Zijn werk viel in de smaak bij stadhouder prins Maurits, die hem veel opdrachten gaf. Zo ontwierp hij een grot naar Italiaans voorbeeld voor de tuin van prins Maurits op het Buitenhof in Den Haag. In die tijd waren natuurlijke tuinen en parken in de mode. In plaats van de strak aangelegde symmetrische tuinen wilde men ‘terug naar de natuur’, met kronkelende paadjes, klaterend water en grillig gevormde vijvers. Het moest er vooral sprookjesachtig uitzien. Zo natuurlijk waren die landschapstuinen dan ook niet: er werden heuvels aangelegd, kunstgrotten gebouwd en watervalletjes gecreëerd.

Grot
De tuin van Maurits van Oranje in het Buitenhof is waarschijnlijk het vroegste voorbeeld van een grotwerk in Nederland. Het was een geometrische tuin, opgebouwd uit rechthoeken, vierkanten en cirkels en hoge, uit het water oprijzende rotsen. Een afbeelding van de grotwand is niet bekend, maar van De Gheyn zijn twee tekeningen bewaard gebleven die bedoeld moeten zijn geweest als een ontwerp voor de grot. De Gheyn kon zijn werk aan de grot trouwens niet afmaken. Hij overleed in 1629. Het werk én de forse beloning die hij ervoor kreeg, liet hij na aan zijn enige zoon Jacob.

Tekst: Annemarie Piersma