Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

Professor Kaiser, sombere sterrenkundige

De Celsiustraat, de Herschelstraat en het Newtonplein omgeven de Professor Kaiserstraat. Celsius en Newton waren wereldberoemde astronomen, die net als Kaiser een leerstoel bekleedden. Herschel was weliswaar minder bekend, maar hij bezat een adellijke titel. Wie was deze professor? En waarom kreeg alleen hij deze titel voor zijn naam?

Groot sterrenkundig talent

Frederik Kaiser (Amsterdam, 1808) werd niet bij toeval wiskundige en astronoom. Hij verloor zijn vader op 10-jarige leeftijd. Omdat zijn moeder het grote gezin niet alleen kon onderhouden, nam een kinderloze oom de jonge Frederik in huis. Deze oom was wiskundige en had als passie astronomie. Frederik hielp zijn oom in de nachtelijke uren met een observatie-instrument dat op dat moment ‘top of the bill’ was voor Nederlandse begrippen. De jongen bleek over een groot sterrenkundig talent te beschikken. Zo kon hij al op 12-jarige leeftijd met de sextant (een nautisch navigatie-instrument) omgaan en allerlei sterrenkundige berekeningen uitvoeren. Drie jaar later nam hij de wiskundepraktijk van zijn oom over en publiceerde hij een berekening van een naderende zonsverduistering.

Leidse Sterrewacht

Kaiser was pas 18 jaar toen hij een aanstelling kreeg als ‘observator’ van de ‘Leidse Sterrewacht’. Zijn intellectuele doorbraak kwam op 27-jarige leeftijd. In 1835 was voor de tweede keer in de geschiedenis van de sterrenkunde voorspeld dat de komeet van Halley bij de zon zou terugkeren. Met zijn publicaties hierover maakte Kaiser meteen naam. Hij kreeg een eredoctoraat en de weg naar een academische loopbaan lag voor hem open. Het jaar daarop werd hij benoemd tot lector in de sterrenkunde én directeur van het observatorium. In 1840 werd hij bevorderd tot buitengewoon hoogleraar in de wis- en natuurkunde. In die periode betrok hij de dienstwoning naast het observatorium aan het Rapenburg. Kaiser bleef hoogleraar-directeur tot aan zijn dood in 1872.

Somber

In de praktische sterrenkunde en de behandeling van instrumenten was in Nederland niemand zo bedreven als Kaiser. Daarbij was hij ook nog eens enorm vasthoudend. Maandenlang kon hij zich aan vrienden en huisgezin onttrekken, om zich volledig in te zetten ‘voor het volbrengen van belangrijke sterrenkundige waarnemingen’. Het zal de sfeer in huis geen goed gedaan hebben. Daarbij liet zijn gezondheid hem gedurende zijn hele leven in de steek. Broer Jan Willem schreef in zijn jeugdherinneringen dat hij zich vooral het beeld van een ‘zwak kregelig kind’ herinnerde als hij aan de jonge Frederik dacht. Uit bewaard gebleven brieven rijst een beeld op van een voortdurend ziek, en vooral somber mens.

Maatschappelijk aanzien

Kaiser vond het belangrijk om maatschappelijk aanzien te verkrijgen. Hij had bij zijn oom al gezien dat academisch aanzien je ‘salonfähig’ kon maken. Toen Kaiser zelf carrière had gemaakt, wilde hij het liefst zo snel mogelijk afrekenen met zijn eenvoudige komaf. Na zijn huwelijk in 1831 met de vijf jaar oudere Aletta Barkey (1803-1872) was hij er dan ook ‘ijverig op uit [geweest] om de leemten in zijn eerste opvoeding aan te vullen, en een ieder die hem gekend heeft, weet hoe dit hem gelukte’, aldus een tijdgenoot. Waarom de gemeente Den Haag ervoor koos om de titel ‘professor’ voor zijn naam te zetten (in Leiden ligt de enige andere Kaiserstraat van Nederland, vlakbij de Sterrewacht, zonder ‘professor’ ervoor) is onbekend. Maar het zal hem beslist deugd gedaan hebben.