Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

De vogels (en een enkele vleermuis) van ReVa

Welke vogels kunnen wij geregeld in onze wijk zien en horen en waar zijn ze te vinden? De redactie maakte een wandeling met natuurliefhebber en wijkgenoot Ron Bus.

We vertrekken vanuit Rons huis in de Stephensonstraat. Meteen worden we geconfronteerd met de verbeten strijd in deze straat tegen de meeuwen, als we de roofvogel-vlieger boven de daken zien zweven. “Hier in de wijk komen we kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen tegen. De eieren op de daken vervangen we soms door nep-eieren. Mag eigenlijk niet, want beschermde vogels, maar ja, ze geven een hoop overlast. En dat komt door al die vossen in de duinen, waardoor de meeuwen daar niet meer willen broeden.” Hij wijst op de voortuinen met veel bomen en klimop. “Ideale plekken voor de heggemus. In de binnentuinen zitten volop merels. En als je de juiste nestkastjes ophangt is de kans dat koolmezen of pimpelmezen bij je komen broeden groot. Gatgrootte 25 mm voor de pimpelmees en 28 mm voor de koolmees.” Goed om te weten voor volgend jaar.

We maken een uitstapje buiten de wijk en steken de Laan van Meerdervoort over om op de Suezkade langs de groenstrook te lopen. “Hier zijn veel vogels. Tijdens het begin van de lockdown waren ze heel goed te horen. In de stad fluiten vogels trouwens harder dan elders, om boven het stadslawaai uit te komen. Hier vind je fitis, tjiftjaf, heggemus en roodborst, en niet te vergeten de houtduiven met hun slordige nesten hier in de bomen. En verder meerkoeten (witte snavel), waterhoentjes (rood op de kop) en futen. Bewoners van een woonboot vertelden me deze winter dat ze zelfs een ijsvogel hebben gezien! Overigens is de kans dat die hier broedt niet zo groot, omdat de oeverwand niet geschikt is.” We horen een koolmees. “Het is een goed koolmeesjaar, ze broeden twee weken eerder dan een paar jaar geleden. Bij goed weer kunnen ze wel drie nestjes voortbrengen.”

Vanaf de brug lopen we aan de overkant terug via het zandpaadje langs de trambaan. Een lange rij populieren. Veel zijn er omgezaagd. “Het zijn kwetsbare bomen, die snel takken verliezen. Een paar weken geleden zag ik hier trouwens een boomkruiper, die kruipt in cirkels omhoog, terwijl een boomklever naar beneden draait. Een boomkruiper heeft een fijn snaveltje waarmee hij voedsel uit de plooien van de bast pikt.” Ron wijst op een vleermuizenkast in een van de bomen. “Dat is voor dwergvleermuizen. Op een mooie zomeravond kun je ze bij het licht van de lantaarn zien jagen op insecten.” Hij buigt zich over een piepklein zuurstokroze bloemetje. “Dat lijkt waarachtig wel iets anjerachtigs!” roept hij gelukkig. En wijst alweer op het volgende. “Bruggen zijn ideaal voor stadsduiven, want ze kunnen goed broeden in de richels en aan de onderkanten.”

Even naar het miniparkje Sunny Court. “Ook weer zo’n ideaal gebied voor merels, zanglijsters en kauwen. En die rare halsbandparkieten, net als kauwen holenbroeders, dus dat wil nog wel eens botsen.” We horen hier alarmerend vogelgekwetter, en zien een paar vlaamse gaaien. “O jee, dat gaat niet goed.” mompelt Ron. “Die zitten achter de jonge koolmezen aan. ‘t Zal niet de eerst keer zijn dat ik zie dat ze de kop van een koolmeesje afbijten.” Gelukkig worden ze door de volwassen koolmezen weggejaagd en blijft dit drama ons bespaard.

We steken weer de Laan over en lopen verder op de Conradkade over het hondenuitlaatpaadje langs de trambaan. We kijken naar beneden in het water. “De nieuwe beschoeiing heeft wel voor verstoring gezorgd. Een paar jaar geleden broedde hier beneden een meerkoet op zo’n aandoenlijk rommeleilandje.” Niet veel verder zien we er toevallig eentje broeden onderaan de fontein voor de Electriciteitsfabriek, inderdaad ook omringd door rommeltjes en plastic. “Als het goed is, moeten hier ook nijlganzen zitten; dat afgesloten bruggetje is natuurlijk een mooie broedplaats. Als ze zover zijn, laten de pulletjes zich gewoon naar beneden vallen.” We zien er twee. “Het zijn eigenlijk eenden. Je zou het broeden kunnen bevorderen door hier vlonders in het water te leggen. Maar ja, dat zullen ze wel niet doen.”

De Verademing op. “Hier zijn weinig broedvogels, want die houden niet zo van naaldbomen. In loofhout zit tien keer zoveel. En het is en blijft hier toch eigenlijk maar een kale vlakte,” bromt hij. Maar toch heeft hij hier wel eens een staartmees gezien. “Die halen zaadjes uit de kegels van de ceder.” En hij weet hier een kolonie mussen te zitten, de enige hier in de wijk, zover hij weet. Ze zitten tussen de bijenkorven en het mooie oude witte huis. “Weet je waarom? Omdat hier nog ouderwetse pannen op het dak zitten. Dit zijn heggemussen, solitaire broeders; die zijn weer anders dan gewone mussen, die koloniebroeders zijn.”
De drukbezochte speeltuin kan wél zijn goedkeuring wegdragen. “Heeft de gemeente goed gedaan,” vindt hij. Aan de kant zit een duif zich tegoed te doen aan iets lekkers uit een picknickmandje, dat even onbeheerd staat.

Wil je meer ReVa-vogels opzoeken, ga dan bijvoorbeeld naar www.vogelbescherming.nl