Sonnie werkt zo’n dertien jaar in het welzijnswerk. Dit deed ze grotendeels vanuit de Human Resources-hoek (personeelszaken), maar de inhoud trok steeds meer en in oktober 2018 stapte ze over naar het management. Geen moment spijt.
Nostalgie
Dat die inhoud zo trok, heeft ook met haar achtergrond te maken: “Noem het nostalgie: ik kom uit een gezin van acht kinderen, mijn ouders spraken weinig Nederlands en mijn vader werkte in de Westlandse kassen. We woonden in de Schilderswijk en toen ik klein was, kwam ik vaak in wijkcentrum de Burcht. Mijn stekkie, daar voelde ik me veilig.”
Te bescheiden
En nu, eind 2019, na een jaar, verzucht Sonny: “Aan zichtbaarheid mankeert het nogal in het welzijnswerk, we blijven te bescheiden. Als je niet laat zien wat je doet, ziet niemand het.” En dat het welzijnswerk geen uitvoerend werk meer mag doen, maar alleen ondersteunend, daar zitten volgens Sonnie toch ook grenzen aan. “Wachten op een buurtbewoner die wat wil, dat werkt gewoon niet. Mensen ontmoeten, en werken vanuit vertrouwen, daar zijn laagdrempelige activiteiten voor nodig.”
Samenwerken en in gesprek gaan
Ze probeert wat te veranderen. Zo gebeurde er in het Hondiusgebouwtje niet zo veel. Meiden in de buurt wilden een plek om elkaar te ontmoeten, om dingen te doen en te leren. En die plek is er nu. Met een bekend gezicht, een jongerenwerkster die er voor hen is en die ook op pad gaat.
Sonnie is trots op behaalde resultaten. Zo was er overlast van jongeren op de Goudsbloemlaan en het Rodekruisplantsoen. Daar zijn jongerenwerkers gaan ‘straten’ zoals dat heet: intensief contact zoeken met jongeren en omwonenden, en zorgen dat ze in gesprek gaan. En Sonnie stimuleert dat medewerkers van verschillende disciplines met elkaar samenwerken. Bij een aanbelactie gaat nu bijvoorbeeld een keer een cliëntondersteuner mee. Zo ontmoeten buurtbewoners hen direct en kennen medewerkers elkaars werk.
Bezuinigingen
In 2020 moet er 5 miljoen welzijn-breed bezuinigd worden. Voor Segbroek betekent dat €400.000,- “Dat is veel en het lukt niet zonder ingrepen in het personeel. Het betekent 3 fte’s in 2020, 3 x 36 uur dus. We bekeken welke teams wat ruimer zitten. Dat is bij het jongerenwerk, opbouwwerk en de cliëntondersteuning. Daar wordt bezuinigd. Niet bij de ouderenconsulenten, want er zijn maar drie parttimers. Het is niet leuk, juist omdat het werk zo nodig is. En het vergt enorme flexibiliteit van medewerkers.”
Andere keuzes
Sonnie hoopt dat er voor 2021 andere keuzes gemaakt worden en dat de politiek inziet dat investeren in welzijn loont. “Het lijkt dat het besef groeit dat het preventieve en verbindende werk van welzijnsorganisaties echt heel belangrijk is. Men kan wel meer grip op de maatschappij wensen, maar daar is wel wat voor nodig.”
Bij de servicepunten, zoals de Regenvalk, kan iedereen terecht. Met persoonlijke problemen, vragen over inkomen, zorg of als er hulp nodig is. Of over vrijwilligerswerk in de buurt. Sonnie hecht eraan, te laten weten dat ook mantelzorgers, voor wie de zorg vaak zwaar is, er terecht kunnen.