Op zondag 20 oktober vond in De Prael onder grote belangstelling de presentatie plaats van ‘Mevrouw Breek’, het nieuwe non-fictieboek van journalist/auteur Kim Heijdenrijk. Kim Heijdenrijk, geboren in 1979 in Amsterdam en opgegroeid in Lelystad, woont sinds 2002 in Den Haag en vanaf 2015 aan de Gaslaan, uitkijkend op de Verademing.
Psychopathologische Johanna Breek
‘Mevrouw Breek’ is de opvolger van haar eerder gepubliceerde boek ‘Op zoek naar George’ over een voormalige weesjongen, die lang verbleef in het House of Horror weeshuis Groenensteijn aan de Loosduinseweg. Kim heeft een voorkeur voor het lang en diepgravend uitzoeken van levensgeschiedenissen van fascinerende personen afgezet tegen het tijdsbeeld waarin de hoofdpersonen opgroeien. Voor de arme George Krul had ze veel sympathie. Dat lukte bepaald niet met het personage van de psychopathologische Johanna Breek. “Het was moeilijk om met deze koelbloedige en van alle empathie gespeende vrouw zo lang om te gaan. Na het voltooien van dit werk moest ik echt af moet kicken van dit schrijfproces.”
Dat komt overigens ook omdat dit boek indringend ingaat op de holocaust en specifiek de vernietiging van de Joden in Auschwitz. Zij deed daar veel onderzoek naar en bezocht zelf het kamp.
Moord op drie van haar echtgenoten
De verantwoording achter in het boek vermeldt de aanleiding voor het verhaal. Al fietsend door de Weimarstraat herinnerde zij zich, dat ze ooit op een ‘moordlijst’ een moord in de Weimarstraat had zien staan. Het bleek te gaan om de moord op de kantoorboekhandelaar Wigerink, die een mooie winkel Eska genaamd, had op nummer 117. De zoon van de vrouw waarmee hij recent getrouwd was, Pierre Bremer, zou de daad gepleegd hebben. Wat treurig voor die vrouw, denkt zij aanvankelijk. Maar verder zoekend krijgt zij langzamerhand zicht op de verbijsterende en moorddadige geschiedenis van deze mevrouw Breek uit Rotterdam. Na veel gesprekken, ook met de nakomelingen van deze dame, raakt zij ervan overtuigd dat mevrouw Breek een groot aantal doden op haar kerfstok heeft: verraad van 20 Joden waaronder haar man en oudste zoon en moord op drie van haar echtgenoten. Het verhaal over de Haagse boekhandelaar wordt in hoofdstuk 11 zeer plastisch beschreven.
Knap staaltje ‘bijna detectivewerk’
Het boek is met vaart en met veel sprekende details geschreven. Een citaat uit hoofdstuk 1, ‘De charmante reddende engel’, dat speelt in de eerste oorlogsdagen na het bombardement op Rotterdam: “Aan gelukkige, gefortuneerde mensen valt weinig te verdienen, maar verdriet is een economie op zich”. De echtgenoot van Johanna, de Joodse jurist Philip Bremer slaat een slaatje uit uit de ellende van de zwaar getroffen Rotterdammers en Johanna verdient goed geld als waarzegster. Het merkwaardige is dat je als lezer moeilijk greep krijgt op de persoon van Johanna Breek. Dat is de auteur ook niet helemaal gelukt. Als iemand zo slecht is, is dat blijkbaar moeilijk invoelend te maken. Voorts valt het uitvoerige hoofdstuk over Auschwitz wat zwaar op de maag. Maar verder hulde voor dit boek: een knap staaltje ‘bijna detectivewerk’ en een sterk beeld van de oorlogsjaren.
Kleinzoon
Heel bijzonder zijn voor de schrijfster de contacten met de familie Bremer geweest. Een aantal van hen waren op de presentatie aanwezig. Op bijgaande foto de schrijfster met de kleinzoon van Philip en Johanna, Jeff Bremer, die over was uit Australië. Het lijkt me heel apart om van een dergelijke vrouw af te stammen. In ieder geval zijn zij de overlevers.