Werk van de vooraanstaande kunstenaar Folkert de Jong is te zien in Shanghai, New York, Mexico, Valencia, Milaan en Parijs. En … op ons Koningsplein. Oké, sinds een jaar staat ook een beeld van hem op het Spui, hoek Korte Poten, maar ‘De Speler’ op het Koningsplein is in 2014 zijn eerste werk in openbare ruimte.
Styrofoam
Folkert de Jong (1972) wordt bekend door zijn levensgrote uit plakken styrofoam gesneden beelden. Dat styrofoam plakt hij vervolgens met purschuim aan elkaar. Ondanks het baby-blauwe materiaal leveren de beeldengroepen in een galerie of museumzaal altijd een parade op van gekken en randfiguren: een staaltje absurd theater. Vaak ook refererend aan illustere figuren die de geschiedenis heeft voortgebracht zoals J.P. Coen of Balthasar Gerards.
Gestolde nachtmerrie
De Jong zoekt steeds de grens op van wat nèt kan en wat het publiek als gruwelijk bestempelt. In veel van zijn galeriewerk staan installaties, groepen figuren, waarbij ‘The Addams Family’ verbleekt tot een gezellig theekransje Wassenaarse dames. “Folkert de Jong is gespecialiseerd in levensgrote beelden met maniakale, obscure smoelwerken en dito poses. Elk type is een gestolde nachtmerrie,” schrijft Marina de Vries al in 2005 in de Volkskrant.
Van paard naar sokkel tot speler
Het Koningsplein wordt in 2002 opgeknapt en krijgt dan het uiterlijk zoals het dat nu heeft. In 2003 verrijkt ‘Paardenkracht’ het plein: een skelet van een paard op een grote sokkel. Dit subtiele werk van beeldhouwer Zadok Ben-David overleeft echter de najaarsstormen niet, en jarenlang kijken de omwonenden uit op een hoge lege sokkel. Een bewonerscommissie zoekt in 2009 samen met STROOM naar een nieuwe kunstenaar. Dat wordt uiteindelijk Folkert de Jong, de kunstenaar die tot dan toe voornamelijk geobsedeerd is door de gedachtewereld van fanatici, godsdienstwaanzinnigen, seriemoordenaars en andere randfiguren. Het is wat je noemt een opmerkelijke, dappere keuze van bewoners en STROOM.
De Speler
Hij staat op een pseudo-houten kistje, zo meegenomen uit Hyde Park, en spreekt ons toe, vier meter hoog, als nar van de koning met een knus hoedje op het hoofd. Vriendelijk voorover-gebogen, beetje glimlachend. Uitnodigend ook, met die armgebaren. Alsof ie ons een grap vertelt, alsof hij ons meeneemt in zijn verhaal. Maar De Jong zou De Jong niet zijn als er niet iets vreemds was: het nogal fors uitgevallen hoofd is een samenraapsel van de koppen van Willem Dafoe (van Shadow of the Vampire) en van Klaus Kinski, de acteur die in de films van Herzog altijd de rollen krijgt waar hij eindigt in razernij en wanhoop. Allesbehalve de vriendelijke nar. Allesbehalve de goedmoedige aluminium beelden, de Grosse Geister, van Thomas Schütte, waar ze ook wel iets van weg hebben.
Theater
De Speler is van brons, mooi passend in de bronzen standbeeldentraditie die Den Haag nu eenmaal heeft: Johan van Oldenbarnevelt, Johan de Witt, Descartes, Willem van Oranje, de Flaneur, Eline Vere, Couperus en straks ook nog Aletta Jacobs. Samen met tientallen anderen bevolken ze de stad als figuren uit een historisch theater. En ‘De Speler’ ziet er met zijn groene en paarse kleuren – hoewel een nieuw verfje wel op zijn plaats zou zijn – uit als een speler die vóór op het podium in de gekleurde spotlights staat.