Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

De nieuwe Omgevingswet

Meer ruimte voor gemeenten, snellere besluitvorming.
Maar ook grotere betrokkenheid van de samenleving?

Foto: Piet Vernimmen
En nu die omgevingswet! Het is nog een hele klus om erachter te komen wat die in gaat houden vanaf 2021, en vooral wat (en of) er iets verandert voor bewoners. Het is een complex geheel waar je snel in verdwaalt.

Grote gevolgen

Volgens het kenniscentrum omgevingswet is het de grootste wetmatige verandering die Nederland ooit heeft gekend. Van 26 wetten naar 1, van 5000 wetsartikelen naar 350, van centraal naar lokaal; ga er maar aan staan. Duidelijk is dat de omgevingswet grote gevolgen heeft voor inwoners, bedrijven en de overheid.
Regels moeten inzichtelijker worden, en eenvoudiger in gebruik. Plannen moeten integraal zijn, het gaat dus om een samenhangende benadering van de leefomgeving. Decentrale overheden krijgen meer ruimte om het beleid af te stemmen op de lokale behoeften. De betrokkenheid van de samenleving wordt vergroot en initiatieven worden gestimuleerd. En de besluitvorming gaat sneller. Dat zijn in een notendop de doelen van de nieuwe omgevingswet. Initiatieven kunnen straks gemakkelijker genomen worden. Door gemeente, ontwikkelaars en door burgers.

Burgerparticipatie

De omgevingswet legt meer nadruk op burgerparticipatie aan de voorkant van het proces. Uitgangspunt is dat partijen, dus ook bewoners, vroegtijdig betrokken worden bij de besluitvorming, maar hoe dat moet gebeuren regelt de wet niet. Dat is maatwerk en kan dus per situatie verschillen. Daar richt zich de kritiek dan ook vooral op.

Het LSA is kritisch

Zo stelt het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) dat de omgevingswet primair betrekking heeft op onderdelen van het gemeentelijke beleid, daar waar het lastig is om een voet tussen de deur te krijgen. Denk hierbij aan stadsontwikkeling- en beheer, vergunningen, mobiliteit, grond- en vastgoedbedrijven en openbare ruimte. Een complexe systeemwereld met veelal weinig transparantie in besluitvorming. Er heerst een vooral economische oriëntatie en men is sterk gericht op de wereld van projectontwikkelaars en bouw- en aannemingsbedrijven. Burgerparticipatie wordt hier in de regel bescheiden ingevuld en bewoners worden te vaak als NIMBY (Not In My Back Yard) behandeld.
De LSA denkt dat de nieuwe omgevingswet als zodanig daar niet veel aan zal veranderen. De wet kent nobele doelen, als integraal kijken naar de kwaliteit van de leefomgeving, vroegtijdige participatie en uitnodigend zijn naar initiatiefnemers. Maar die zijn volgens het LSA zo algemeen gesteld dat er geen dwingende werking van uitgaat om het wezenlijk anders te doen. Sterker nog, er zitten in de omgevingswet een aantal zaken die zelfs averechts kunnen uitwerken: het risico dat overheden weer jarenlang met hun eigen beleid en eigen systemen bezig zijn en nog meer ruimte krijgen om in een-tweetjes tussen bestuur en marktpartijen ad hoc beslissingen te nemen die afwijken van samen gemaakt beleid. Tot zover het LSA.

Participatie moet geregeld zijn

In de wet staat dat er bij elk initiatief opgenomen moet worden hoe participatie geregeld wordt. Als dat niet gebeurd is, wordt de vergunningsaanvraag niet in behandeling genomen. Als dat uiteindelijk onvoldoende wordt uitgevoerd, bestaat de kans dat het opnieuw moet. Processen worden versneld; binnen zes weken na een vergunningaanvraag moet er een besluit zijn.
Dat er binnen de gemeente veel moet veranderen, is duidelijk. Integraal werken is immers veel meer dan samenwerken. Zo moeten gemeenten, ook de gemeente Den Haag, af van het sectorale denken en werken; een hele klus want de structuren zijn daarop gebaseerd. Een integrale manier van werken heeft grote voordelen. ‘Leven en wonen’ is nu eenmaal niet sectoraal.

Ook het voordeel van participatie van bewoners moet gezien worden. Het inzicht dat bewoners het beste weten hoe het in hun buurt toegaat, daar moeten gemeenten goed van doordrongen worden.

Ook de burger

Maar integraal denken en werken houdt niet op bij de gemeente. Ook burgers zullen anders moeten denken en meer kwesties mee laten wegen. Om het héél klein te houden: een uitbouw kan fijn zijn, maar het heeft gevolgen voor de waterhuishouding en de hitte in de stad. Alle gemeenten sluiten zich aan bij op het landelijke digitale systeem (DSO). Daar is het voor iedereen mogelijk het proces van vergunningaanvragen goed te volgen.

1 januari 2021

De nieuwe omgevingswet gaat in op 1 januari 2021. Wil participatie van bewoners goed werken, dan moet het College de komende tijd heel duidelijk grenzen aangeven en beleidsregels moeten vóór die tijd afgekondigd zijn.

Zowel de nieuwe Jumbo als de verbouwing van het schoolgebouw aan de Daguerrestraat zijn twee voorbeelden (zie kader) waaraan we de werking van de omgevingswet kunnen verduidelijken.

Informatie van de VNG, het kenniscentrum omgevingswet, de LSA, Platform31 e.a.
Met dank aan de Haagse MUG, bewonersorganisatie De Groene Eland en aan Hans Wisse, Projectsecretaris Project implementatie Omgevingswet van de gemeente Den Haag.


De Jumbo

Nu
Een grote Jumbo op het kruispunt Beeklaan en Weimarstraat heeft gevolgen voor de wijde omgeving. Het pand had al een winkelbestemming en het bestemmingsplan hoefde dus niet veranderd te worden. En als het bestemmingsplan niet wijzigt, hoeft momenteel de buurt niet geïnformeerd of geconsulteerd te worden. Dat gebeurde ook niet. Op een bepaald moment werd bekend dat het pand verbouwd werd tot een supermarkt, met appartementen erboven. Over de gevolgen daarvan werd niet met buurtbewoners gesproken, het was een voldongen feit.

Na 1 januari 2021
Na 2021 zou het – idealiter – anders gegaan zijn: in het plan zou participatie opgenomen zijn. Daar staat dan duidelijk in hoe de initiatiefnemers met betrokkenen, waaronder bewoners, in gesprek gaan. En omdat er in de omgevingswet integraal gewerkt wordt, zouden andere kwesties ook aan de orde zijn en waren de (directe en indirecte) gevolgen voor de buurt meegenomen. Er zou een discussie met de buurt geweest zijn: over wat goed is voor de buurt, en wat er nodig is in de Weimarstraat en op de Beeklaan. En er zou gesproken zijn over de gevolgen van deze plannen en waar ze aan zouden moeten voldoen.

Verbouwing schoolgebouw in de Daguerrestraat

Nu
Begin 2018 kwamen bewoners er bij toeval achter dat er plannen waren om het schoolgebouw te verbouwen. Tweemaal eerder weigerde de gemeente een vergunning voor studentenwoningen, o.a. omdat er in het bestemmingsplan ‘Maatschappelijk-Welzijn/Onderwijs’ was opgenomen. Wonen zou gerelateerd moeten zijn aan zorg en de gemeente vond de parkeerdruk in de wijk te groot. Dit bracht bewoners op het idee om zelf te bedenken wat ze waardevol voor de buurt vonden. Hun voorstel: begeleid wonen voor jongeren, of voor mensen met een verstandelijke beperking. Met op de begane grond ruimte voor kleine bedrijfjes en ZZP’ers.
Hun verbazing was groot toen bleek dat alles al in kannen en kruiken was. Hun ideeën werden door de beleggers opzijgeschoven. Het was allemaal al bekeken, werd er gezegd. Het zou niet realiseerbaar zijn en bedrijfjes niet levensvatbaar, was de reactie. En energieneutraal, met minimaal zonnepanelen op het dak, was ook niet realiseerbaar en bovendien te duur.
Na 1 januari 2021

Na 1 januari 2021 is er de verplichting om op te nemen hoe bewoners geïnformeerd worden, en de plannen moeten dan integraal beoordeeld worden. Het gaat dan niet alleen om het oplossen van woningtekorten, maar ook over het klimaat, de consequenties voor de buurt, het aanbod woonruimte etc.

Idealiter. Deze term staat -tussen streepjes- in de tekst. In de nieuwe omgevingswet staat dat participatie in het initiatief meegenomen moet worden. Dat gebeurt ook, want zonder zo’n paragraaf wordt een aanvraag immers niet in behandeling genomen. Maar wanneer zo’n paragraaf door de gemeente goed genoeg gevonden wordt, is nu nog niet duidelijk. De tijd zal leren of het lukt, óf dat de critici gelijk krijgen.