Bewoners van ReVa Groen en Duurzaam Cultuur, Sport en Religie Zorg, Hulp en Welzijn Veiligheid en Verkeer Wonen, Leren en Werken Gemeente en Politiek Geschiedenis van ReVa

De Electriciteitsfabriek als culturele hotspot

“De immense hal vraagt een krachtig gebaar.”
Het Rewire festival, Theo Jansen, Zoro Feigl, het Dutch Double Bass Festival, Christiaan Zwanikken, Michael Varekamp en de modeshows van het KABK. Een greep uit het programma van de afgelopen jaren van EF De Electriciteitsfabriek. Tijd voor een gesprekje met Carolien van der Donk, artistiek leider, Noortje Ankersmit, educatie en PR, en met Sara Halbertsma, die de zakelijke leiding over gaat nemen van Annelies van Rumpt. Annelies is samen met Carolien de pionier van de Electriciteitsfabriek.

Lente, zomer, herfst winter

Staand op het De Constant Rebecqueplein, voor het gebouw van Uniper, voorheen E.ON, ligt aan de linkerkant van het gebouw het gedeelte van de werkende centrale en aan de rechterkant, achter het kantoorgedeelte, ligt de indrukwekkende industriële hal die EF gebruikt voor haar culturele activiteiten.
De programmering van de Electriciteitsfabriek sluit aan bij de seizoenen: in de herfst is het ’t warmst en dan zijn er producties waarbij het publiek kan zitten; ’s winters is het vrieskoud in de hal en zijn er activiteiten waar vrijwilligers en bezoekers rond kunnen lopen. De lente is geschikt voor de jonge kunstenaars/kunststudenten.

Een krachtig gebaar

Carolien: “We gaan ons 7e jaar in. We hebben de afgelopen jaren onderzocht wat wel en wat niet werkt in deze imposante bedrijfshal. Onze ruimte is zo indrukwekkend dat je er als kunstenaar een krachtig gebaar tegenover moet zetten. Je hebt producties die inhoudelijk en artistiek kwalitatief hoog zijn, maar die hier niet uit de verf zouden komen.
Zoro Feigl was een groot succes, evenals Christiaan Zwanikken en Theo Jansen. Dan hebben we ook tussen de zeven en tienduizend bezoekers.. Maar veel belangrijker dan bezoekersaantallen is het volgende: Zwanikken en Jansen zijn kunstenaars die hier op deze plek zorgden voor een totaalproductie, iets dat het bouwen van een tentoonstelling overstijgt. Hun tentoongestelde kunstwerken worden hier één nieuw autonoom werk in de tijdelijke winterwerkplaats. Samen met de ruimte.”

Ruimtes

Sara: ‘Ja, en ‘ruimte’ in meerdere opzichten. Niet enkel wat het gebouw betreft, maar ook ruimte in tijd. De ruimte die de kunstenaars krijgen om zich hier thuis te voelen en de ruimte die de vrijwilligers krijgen. De echte vorm van de tentoonstelling vindt de kunstenaar door in de hal te zijn, maandenlang. Je moet bijvoorbeeld weten wat het licht doet. Wij voelen ons verantwoordelijk voor het feit dat dit hier de plek is waar je kunst toegankelijk kunt maken, dat je uit de strenge hoek van ‘Kunst’ bent, uit de strenge curatorenwereld, de wereld die een hoge lat heeft liggen die de kunst niet verdient en trouwens niet nodig heeft.”

Speerpunten

De Electriciteitsfabriek zit niet in het Kunstenplan. Het team werkt projectmatig en moet bij elk project afwachten of ze de benodigde fondsen krijgen en of ze de presentaties waar ze vaak al maanden aan werken ook echt kunnen verwezenlijken. Carolien: “Dat is weliswaar altijd spannend, maar we kunnen nu kiezen voor een specifiek project, of voor een bepaalde kunstenaar. We bepalen onze eigen speerpunten, bijvoorbeeld dat kunstenaar en publiek en onze vrijwilligers zich op een gelijkwaardige manier verhouden. Theo Jansen bijvoorbeeld die betrekt anderen graag bij zijn werk. Hij was hier niet enkel elke dag aan het werk, maar verzorgde ook dagelijks demonstraties. Onze ruimte was voor hem echt een verlengd atelier. Het was een dynamische tentoonstelling; op het einde was het anders dan in het begin. En boven had hij de vitrine-achtige opzet van botjes: maandenlang hadden onze vrijwilligers al die botjes van de strandbeesten schoongemaakt en geordend. Een soort biologisch archief.”

Kippenvel

De Electriciteitsfabriek werkte eerder onder andere samen met West, met Satellietgroep, met culturele buurman Nest, met de KABK en met Rewire. En ze heeft educatietrajecten. Noortje: “Vrijwel alle tentoonstellingen die we hebben zijn geschikt voor elke doelgroep, dus we krijgen hier leerlingen van zowel de basisschool als het voortgezet onderwijs en de Academie. Bij Zwanikken hadden we in totaal 650 leerlingen binnen. We organiseren dan eerst een rondleiding en vervolgens gaan ze in de workshop zelf aan de slag. Laatst stonden we aan de poort en ik zag een jong meisje met haar ouders; zij was hier eerder met haar klas geweest en had tegen haar ouders gezegd: ‘Ik ga jullie meenemen naar de Electriciteitsfabriek.’ Nou, dat we dat bereiken, daar krijg ik kippenvel van.”