Vroeger vlogen er de kogels in het rond.
Hoe ze elkaar voor het eerst zagen? Weten ze allebei niet meer. Misschien op zijn verjaardag. Er werd gitaar gespeeld en dat kleine jochie, 5 of 6 jaar, zat naast zijn moeder toe te kijken: dat wil ik ook.
Nu wordt hij uitgenodigd voor zijn optredens in het Paard, maar hij durft er niet heen, dan voelt hij zich zo’n ouwe lul. Hij geniet er toch van mee, gillende meisjes op het balkon beneden, moet hij om lachen, of nog steeds wel eens een vreemdeling die op de verkeerde bel drukt. Het brengt hem terug naar de tijd dat hij zelf jong was. Hij was zelf veel erger.
Slaapt hij een nachtje aan de voorkant.
Even roddelen – vind ik leuk, is een hobby van me. Die buren rechtsonder zijn weggegaan vanwege de herrie.
Op straat een zwaai en hoe het gaat.
Hij praat drie uur in een kwartier en hij luistert en lacht zacht. Eet intussen het taartje van zijn buurman op. Hij had vanmorgen eigenlijk toch al een stuk op.