Ze hadden geluk, het was geen plaats delict. Een tuin vol botten, een knie, een halve hersenpan, een ellepijp. Met het ophoogzand uit de knekelput meegekomen. Ha!
Ze ziet er inderdaad niet uit alsof ze snel bang is. Verknocht aan deze wijk. Nooit eerder bleef ze ergens zo lang.
Ze woonde er net toen ze de geboorte op gehoorafstand meebeleefde. Het kleine meisje lag al snel in haar armen en zo begon het. De bomen in voor de kerstlampjes, een gewonde duif samen redden, Halloween en oud en nieuw voor de deur met sterretjes.
Ze hebben nog even getwijfeld of ze de schutting wel zouden vervangen, een grote tuin met z’n allen. Hij was al besteld, toch maar geplaatst. Door de pizzabakker des huizes.
Het kleine meisje is nu 14 en zit vol wilde plannen. Een eenhoorn in haar eigen lab ontwikkelen is er zomaar één – ‘Oh my God! Ik woon straks naast een beroemde!’ – en nooit drinken of roken natuurlijk.
‘Wacht maar tot je straks wordt opgehaald door je vriendje op de scooter.’
‘Een motor en hoezo niet lesbisch?’
‘Goed dan. Wij spreken elkaar nog wel.’
