“Ik hoef het niet te doen, maar ik kan het niet laten”
Als je het huis van Nel Schrama binnenkomt, krijg je meteen een indruk hoe het gesprek dadelijk zal verlopen. Boordevol kunst, snuisterijen, antiek, foto’s, papieren. Net zo boordevol als haar leven, met vele, vele mensen.
Een artikel in KonkreetNieuws doet absoluut tekort aan de volheid van haar bestaan. Oorspronkelijke komt ze uit Noordwijk, maar tijdens een Rijnreisje in ‘85 leerde ze haar laatste partner, Han, kennen. In ‘88 kwamen ze in flat Groenestein aan de Loosduinseweg wonen. Voor Han een overbekende omgeving, want hij had zijn hele jeugd in gesticht Groenestein, dat ooit op diezelfde plaats stond, doorgebracht tot hij als graficus aan het werk ging. Hij overleed in 2003.
Moeder van de flat
Nel: “Toen ik hier kwam wonen, ben ik gelijk aan de gang gegaan. Ik heb jarenlang creatieve lessen gegeven in het Buuthuis aan de Gaslaan, naast nog twee andere groepen in het Laakkwartier. Inmiddels had ik ook de werkgroep Sociale Leefbaarheid van de flat opgericht. Ik heb van alles gedaan en georganiseerd: veegacties, bloembakken plaatsen, zomerfeesten, inbraakpreventie, nieuwjaarsrecepties, lunches, bewonersvergaderingen, kinderspeeltuin. Nu nog komen mensen naar me toe met vragen. Ze noemen me ‘moeder van de flat’. Ik was er, naast mijn werk, iedere dag mee bezig”. Ze ging als eerste mee met de nachtpreventierondes van het Buurt Interventie Team, was lid van de bewonersorganisatie ReVa en van de bewonerscommissie van Staedion, ze bedacht de naam voor wijkpark De Verademing, organiseerde workshops in en om de wijk, bakte broodjes met de bewoners, kookte met kerst voor alleenstaanden, versierde kaarten en maakte sieraden met ouderen. Ze zette een rummicub-clubje op dat er nog steeds is (“ze kunnen nog deelnemers gebruiken”) en ze speelde in de buurtkomedie ‘Stinkgeld’ van Drang.
Hulp
“Nu ben ik 79 en moet ik het wat rustiger aan doen, maar ik geef nog altijd individuele hulp aan ouderen of hulpbehoevenden. Ik bezoek zieken hier in de flat, soms tot hun dood. Dat kan zwaar zijn. Ik hoef het niet te doen, maar ik kan het niet laten. Op zaterdagen kook ik voor een paar mensen”. Ze komt nog steeds overal met haar scootmobiel, bijvoorbeeld in de Weimarstraat, waar ze vroeger haar creatieve materialen kocht. Daar kent ze bijna iedereen en is ze bevriend geraakt met de winkeliers.
Orde van Oranje Nassau
Laten we niet vergeten dat ze ook kunstenares is. Ze is nog met van alles bezig, op dit moment maakt ze fresco’s en iconen. “Dat is een moeilijke techniek” zegt ze. En vorig jaar april werd ze geridderd in de Orde van Oranje Nassau. Daar is ze best een beetje trots op.