Studenten wonen graag in ReVa. Sommigen wonen er kort, anderen blijven hangen.
Laurine Blonk woont inmiddels meer dan 6 jaar in het Valkenboskwartier. Ze studeert filosofie in Rotterdam én ze studeert nu af aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Haar masteronderzoek daarvoor deed ze grotendeels in ReVa.
“Mijn vriend woonde al langer in ReVa. Ik vond de huizen mooi en de mix van mensen fijn: de Weimarstraat met een Turkse bakker, Bulgaarse supermarkt, een coffeeshop en van die hippe eettentjes. Hartstikke leuk. Voordat ik hier woonde dacht ik dat het ook echt goed mengde met elkaar, al die mensen. Dat weet ik nu niet meer zo, ik hoopte het, maar vraag het me nu toch wat af. Maar de variatie vind ik aantrekkelijk, de wijk is leuk en ik woon hier graag.”
Betrokken of bemoeizucht?
“Steeds vaker horen we van de overheid hoe we in de buurt een oogje in het zeil kunnen houden: leer depressies kennen, samen dementievriendelijk, lief-en-leed-straten tegen eenzaamheid, en wees alert op kindermishandeling. Ik vroeg me af hoe dat dan gaat. Tegen vrienden en familie zeg je dat je je zorgen over de ander maakt, maar hoe doe je dat met mensen die je niet, of niet zo goed kent?”
Laurine nodigde bewoners uit om hierover met haar in gesprek te gaan. “Mensen kenden elkaar niet, maar de sfeer was meestal goed en het bleek dat iedereen het interessant vond om eens over iets heel anders te praten. Een deelnemer vatte het samen als ‘leren van het dagelijkse leven’.”
Een drempel (over)
Laurine: “Mensen ervaren een drempel om zich met anderen, buiten de privésfeer, te bemoeien; een vorm van respect. Maar wanneer doet men het wel? Er moet een duidelijke aanleiding voor zijn, maar dan nog bemoeien we ons niet zomaar met elkaar. Bij het idee van dementie bij een buurman, bijvoorbeeld, vragen weinigen rechtstreeks hoe het gaat.
We hopen eigenlijk dat een ander er iets mee doet.’’
Laurine zag ook een andere aarzeling, namelijk dat je niet weet wat er allemaal op je afkomt en wat je je op je hals haalt. En opvallend was dat mensen geneigd zijn om degenen te helpen die op hen lijken en zich minder snel bemoeien met mensen die een beetje anders zijn.
Overheidsbeleid?
Laurine: “Uit alle gesprekken in ReVa bleek dat mensen best iets voor een ander willen doen, en dat de druk daartoe groter is, omdat men merkt dat er minder voorzieningen zijn. Een van hen vertelde dat zij er vroeger vanuit ging dat er hulp zou zijn. En dat ze nu vindt dat ze alerter moet zijn, want misschien is die hulp er wel helemaal niet.”
En dat is in lijn met het huidige overheidsbeleid, namelijk dat mensen een beroep moeten doen op hun eigen omgeving als ze hulp nodig hebben. “De ene groep die ik sprak vond het helemaal niks dat er minder professionele voorzieningen zijn, terwijl een andere groep er veel positiever tegenover stond.”
Zichtbare bezuinigingen
“De toenemende bemoeienis -het huidige overheidsbeleid- laat zien dat de gevolgen van de bezuinigingen meer zichtbaar worden.” Dat stemt Laurine een beetje treurig: “Er zijn mensen die aandacht of zorg nodig hebben en dit niet meer vanzelfsprekend krijgen. En dat mensen vooral geneigd zijn mensen zoals zijzelf te helpen? Dat leidt misschien wel tot meer betrokkenheid, maar zeker niet zomaar met iedereen. Dat maakt de kwetsbaarheid van dit beleid ook zichtbaar.”