Tien vragen en tien antwoorden
Naar aanleiding van het artikel over de massagesalons in het oktobernummer van KonkreetNieuws vroegen lezers om op dezelfde wijze aandacht te schenken aan de ruime hoeveelheid coffeeshops in de wijk. Jaap van Leeuwen, beleidsadviseur Veiligheid van de Gemeente, beantwoordde al onze vragen over dit onderwerp.
1.Hoeveel coffeeshops met gedoogvergunning staan er geregistreerd bij de gemeente?
ReVa heeft 8 gedoogde verkooppunten voor softdrugs (coffeeshops): Basra aan de Weimarstraat 244, Galaxy aan de Weimarstraat 245, Achterhuis Weimarstraat 328, Le Mistral Weimarstraat 37, Florence aan de Beeklaan 343, Seventh Planet aan de Loosduinseweg 741, The Point aan de Marnixstraat 59, The Hit aan de Valkenboslaan 45a en Ceylon aan de Edisonstraat 98e Van deze inrichting is de gedoogstatus in 2013 ingetrokken; het hoger beroep loopt nog.
2. Dat zijn er dus alleen in ReVa al 8. Hoeveel zijn er in heel Den Haag?
Den Haag telt momenteel 36 coffeeshops. Bijna een kwart van de coffeeshops zijn dus in ReVa gevestigd en dan nog voor de helft in de Weimarstraat.
3. Waarom worden juist hier zo veel gedoogvergunningen afgegeven?
In 1998 telde Den Haag nog 105 coffeeshops, waar ook het schenken van alcohol was toegestaan. Door nieuwe regelgeving diende een coffeeshop te kiezen: of exploiteren als alcoholhoudende horeca/inrichting of als coffeeshop. Een relatief groot aantal coffeeshops in ReVa heeft toen besloten als coffeeshop door te gaan. Sindsdien zijn er geen nieuwe locaties voor coffeeshops bij gekomen.
4. Wie mag een coffeeshop starten in een winkelpand? Waar moet een aanvraag aan voldoen? Hoe verhoudt zich dat tot het Bestemmingsplan en is er een link met de Horecabestemming van zo´n pand?
Er is een lijst met 36 gedoogde verkooppunten. De adressen op deze lijst hebben een horecabestemming. Het coffeeshopbeleid bepaalt dat dit aantal niet wordt uitgebreid, het is dus alleen mogelijk een nieuwe coffeeshop te starten door een bestaande coffeeshop over te nemen. Dan kan een reguliere horecavergunning worden aangevraagd. Dit is eenzelfde vergunning waarover bijvoorbeeld een lunchroom beschikt. De ondernemer dient van onbesproken levensgedrag te zijn en een zogenaamde Bibob-toets te doorstaan. De Wet Bibob maakt het voor de gemeente mogelijk om diepgaand onderzoek te doen naar de ondernemer en zijn zakelijke omgeving. Als de vergunning wordt verleend, zal de gemeente niet handhavend optreden tegen de verkoop van softdrugs vanuit die horeca-inrichting, omdat deze voorkomt op de lijst van gedoogde verkooppunten.
5. Wat houdt zo´n vergunning in? Wat mag er verkocht worden en hoeveel mag er in voorraad zijn van het `spul` ? Hoe lang loopt zo´n vergunning en waarop wordt gehandhaafd? Wie voert de controle uit en wordt ook de kwaliteit van de verhandelde waar gecontroleerd? Of is de eigenaar daar zelf voor verantwoordelijk?
Iedere coffeeshop moet voldoen aan de landelijk vastgestelde `AHOJGI+ ´criteria:
A : geen affichering ofwel geen reclame anders dan een summiere aanduiding op de shop;
H : geen verkoop of voorhanden hebben van harddrugs;
O : geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: niet meer dan 5 gram per persoon per dag en de handelsvoorraad mag de 500 gram niet te boven gaan;
J : geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop (tot 18 jaar);
G: geen overlast voor of nabij de coffeeshop;
I : geen toegang voor en verkoop aan niet/ingezetenen van Nederland;
+ : geen verkoop van alcohol.
Daarnaast hanteert de gemeente Den Haag een aantal lokale gedoogcriteria ter bewaking van de kwaliteit te weten:
~ de coffeeshophouder heeft een actieve rol in het tegengaan van softdrugverslaving o.a het bieden van gelegenheid tot spreekuur van Parnassia in de winkel.
~ alle coffeeshophouders dienen de cursus `goed gastheerschap coffeeshoppersoneel` te hebben.
~ de coffeeshop dient transparant te zijn, men moet naar binnen kunnen kijken.
~ er geldt een afstandscriterium van minimaal 250 meter loopafstand tussen een coffeeshop en een school voor voortgezet onderwijs.
~ er geldt een gezichtsveldcriterium voor basisscholen: vanaf de voordeur van een basisschool mag er geen zicht zijn op de voordeur van een coffeeshop.
Deze gedoogvoorwaarden worden strikt gehandhaafd door de politie, vaak in combinatie met gemeentelijke handhavers. Controle op de kwaliteit van de softdrugs is geen taak van de gemeente of de politie. Horecavergunningen en het gedogen van de verkoop van softdrugs in een coffeeshop gelden voor onbepaalde tijd.
6. Hoe zit dat nu met die niet geregelde `achterdeur`van de shops?
De softdrugs die een coffeeshopexploitant verkoopt dient hij natuurlijk eerst in te kopen. Het Nederlandse gedoogebeleid ziet echter alleen toe op de verkoop van softdrugs door coffeeshops. Het inkopen van de softdrugs via de `achterdeur` van de shop blijft dus strafbaar.
7. Is er bekend hoeveel overlastmeldingen de coffeeshops en hun publiek opleveren? Hoe scoort ReVa op dit gebied?
De politie en de gemeente houden bij of een coffeeshop overlast veroorzaakt. Niet de melding is leidend, maar het feit of de overlast ook daadwerkelijk objectief kan worden vastgesteld. In ReVa is vrijwel geen sprake van geconstateerde overlast van coffeeshophouders.
8. Op welke gronden kan een coffeeshop gesloten worden. Ceylon is volgens een bordje in de etalage tijdelijk gesloten, maar gaat wellicht weer open: Is het eerst ‘tijdelijk sluiten’ en bij welke overtredingen dan?
Voor coffeeshops gelden dezelfde regels als voor iedere andere horeca-inrichting, daarnaast kan een sluiting volgen wanneer de landelijke gedoogcriteria worden overschreden. Ingeval van een sluiting van een coffeeshop op grond van overtreding van de AHOJG+ criteria vervalt tevens de gedoogstatus, zodat de betrokken inrichting na de sluiting alleen nog als `gewone` horeca inrichting geexploiteerd te worden. Ingeval van Ceylon is de verkoop van softdrugs aan een minderjarige geconstateerd. Daarom is de horeca-inrichting tijdelijk gesloten. De gedoogstatus voor de verkoop van softdrugs is ingetrokken. Er loopt nog een hoger beroep.
9. Hoe zit het met de regel dat coffeeshops niet binnen …… meter van een school geexploiteerd mogen worden? Geldt dit niet voor scholen voor basisonderwijs? In de Weimarstraat b.v. is een tijdelijke basisschool De Toermalijn gevestigd temidden van 3 coffeeshops.
Er geldt een afstandscriterium van minimaal 250 meter loopafstand tussen coffeeshops en VO-scholen. Voor basisscholen geldt het gezichtstermijn. Vanaf de voordeur van de tijdelijke basisschool De Toermalijn is er geen zicht op de voordeur van een coffeeshop.
10. Is er in Den Haag sprake van een ontmoedigingsbeleid voor het vestigen van coffeeshops? Is ReVa achtergebleven met betrekking tot dit eventuele ontmoedigingsbeleid
Het aantal verkooppunten wordt in Den Haag niet uitgebreid. Ten aanzien van de bestaande coffeeshops is geen sprake van een ontmoedigingsbeleid.
De gemeente hanteert een zogenaamde kwaliteitsbenadering die de integriteit en beheersbaarheid van de branche moet waarborgen, Onderdeel hiervan is de eerder genoemde Bibob-screening en strakke handhaving van de landelijke en lokale gedoogcriteria.
Tot slot.
Geschiedenis en regelgeving rond de coffeeshops en de wijze van handhaving staan hiermee op een rijtje. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat hiermee de discussie over het aantal coffeeshops in de wijk ophoudt.