“Theatertechniek is mijn eerste liefde”
Vrijwilligerswerk is iets van alle tijden. Maar sinds de politiek de participatiesamenleving in het leven riep, zijn vrijwilligers steeds belangrijker. In Den Haag zijn er maar liefst 135.000 actief! Maar hoe waardeer je die enorme inzet? Met de verkiezing van de Haagse Held! Vrijwilligers worden in het zonnetje gezet en per sector (onderwijs & jeugd, cultuur, zorg & welzijn, buurt & omgeving en sport) wordt een Haagse Held gekozen. Wijkbewoner Alfred van Weperen (58) kreeg de meeste stemmen in de categorie cultuur. Alfred is sinds april 2013 vrijwilliger bij De Nieuwe Regentes. Konkreet Nieuws legde hem vijf vragen voor.
1. Haagse Held, gefeliciteerd! Wat doe je precies bij De Nieuwe Regentes?
Dank je wel! Het was een hele eer om de titel in de wacht te slepen. Bij de Nieuwe Regentes probeer ik me zo veelzijdig mogelijk in te zetten. We hebben een rooster waar iedere vrijwilliger zich kan inschrijven voor horeca-, productie, kassa-, bedrijfsleiders- of techniekdiensten. Theatertechniek is mijn eerste liefde: licht en geluid verzorgen bij een voorstelling is voor mij het leukste om te doen. Ook geef ik regelmatig rondleidingen door het theater waarbij niet alleen eigen anekdotes voorbij komen maar ook die van bezoekers. Hun verhalen vertel ik graag door.
2. Waarom De Nieuwe Regentes?
Mijn eerste contact met het gebouw was eind 1995 toen het net als zwembad was gesloten en buurtgenoten, waaronder Guusje Eijbers, er een prima plek in zagen om een theater in te vestigen. Een fantastisch tweede leven voor een gebouw dat in 1920 begon als “Bad- en zweminrichting De Regentes”! En in 1996 werkte ik mee aan de locatietheatervoorstelling ‘Maanlicht en Rozen’. Toen in mei 2013 de Nieuwe Regentes haar deuren opende dacht ik: daar moet ik bij zijn! De nieuwe opzet van de organisatie gaf aan vrijwilligers de kans om er nog meer bij trokken te zijn.
3. Je geeft er dus ook rondleidingen. Welk verhaal vertel je het liefst?
Onderdeel van de allereerste voorstelling ‘Maanlicht en Rozen’ (1996) was een rondleiding door de buurt en het gebouw. De bezoekers verzamelden zich in de foyer, werden door de acteurs meegenomen via het Regentesseplein (waar een ‘aanslag’ werd gepleegd) naar de achteringang, waarna je via het kikkerbadje (omgetoverd tot trouwkapel) het gebouw weer binnen kwam. Daarna liep je via de badhokjes naar de tribune. In deze badhokjes waren Dames van Plezier ondergebracht, die hun klanten ontvingen in een zeer pikante, roze omgeving. Een groot deel van deze roze verf is nog steeds zichtbaar!
In 1999 speelde het Nationale Toneel ‘Hamlet’ in de Grote Zaal. Hiervoor was een grote beregenings-installatie op het podium gebouwd. Helaas liep er soms wat water tijdens de voorstelling in het onderliggende zwembad, dat toen als garderobe dienst deed. De bezoekers konden hun jassen na afloop ophalen, maar niet nadat ze over de plassen ‘regenwater’ waren heengestapt!
Zelf heb ik nooit in de Regentes gezwommen, maar veel van de bezoekers kunnen er tijdens de rondleiding geweldig over vertellen, ook over de periode dat het gebouw een badhuis huisvestte. De stortbaden uit de badhuistijd zijn nog duidelijk aanwezig en momenteel in gebruik als kleedkamers voor de Grote Zaal.
4. Je woont ook in de wijk. Wat vind jij zo bijzonder aan ReVa? Waar kunnen we jou tegenkomen als je een dagje vrij hebt?
Eigenlijk heb ik niet zoveel vrije tijd over. Ik heb een fulltime baan en daarnaast ben ik ’s avonds en in het weekeind vaak in de Nieuwe Regentes te vinden. Op woensdagavond fitness ik op het terrein van Tennisvereniging Breekpunt aan de Teijlerstraat. Ik woon sinds 1990 in de wijk, maar kom ook nu nog regelmatig op plekken waarvan ik niet wist hoe mooi ze zijn. De samenstelling van de wijk is ook uniek: als theater willen we werken voor-, door- en met de bewoners uit de buurt. Iets wat hier bijzonder goed mogelijk is.
5. Vertel eens iets verrassends over jezelf.
De meeste mensen weten wel dat ik een grote Efteling-fan ben, maar minder bekend is dat ik in het verleden aan animatiefilms heb meegewerkt. Het inkten en inkleuren van karakters op doorzichtige vellen, het ontwerpen van achtergronden en karakters, het animeren van figuren en objecten in het platte vlak of in een maquette. Dit was begin jaren tachtig toen bijna alles nog handwerk was. Een leuke maar ook tijdrovende klus, met 24 beelden per seconde!