Politiek duider Achtuurjournaal wil voor iedereen duidelijk zijn
‘Zo, weer even bijgepraat door Ron’
Sinds januari 2014 is Ron Fresen de politiek duider van het NOS achtuurjournaal. Hij geeft uitleg over de meest ingewikkelde politieke onderwerpen en doet dat volgens velen op een toegankelijke manier, soms met een kwinkslag. ‘Dat is hoe ik het wil doen. Als ook mensen die de politiek wat minder goed kunnen volgen, zeggen: “Zo, ik ben weer even bijgepraat door Ron”, dan ben ik op de goede weg.’ Dicht bij jezelf blijven, dat is Reva-jongen Ron Fresen ten voeten uit.
‘Mensen zeggen wel eens dat ik nog steeds een echte Haagse straatjongen ben. Klopt wel een beetje. Ik kwam niet rechtstreeks uit de studiebanken naar de NOS. Ik was zelfs straatverslaggever. En als jongen ging ik met vrienden op kerstbomenjacht.’ Een studeerkamertype is Ron dan ook niet. Een glimlach verschijnt: ‘Mijn vrouw zei laatst tegen collega’s: “Ron? In de studeerkamer? Welnee! En trouwens, ik moet nu naar huis want we gaan zo meteen lekker met z’n tweeën naar Boer Zoekt Vrouw kijken.” ‘
Topsport
Toch is het politiek duiden voor een miljoenenpubliek topsport. De scheidslijn tussen werk en privé is lastig. ‘Ik ben er nooit helemaal niet mee bezig. Nieuws, debatten, uitwisseling van opvattingen, kennis vergaren. Het is nodig en het is leuk, maar het gaat wel altijd door.’ Op elk moment moet Ron Fresen een actueel, kloppend verhaal kunnen vertellen. Kennis vergaart hij ook in lange achtergrondgesprekken met politici. Absorberen noemt hij dat. Hoe denken de politici, wat zijn hun overwegingen? Hij maakt aantekeningen, ordent ingewikkelde informatie. Later vallen de dingen op hun plek.
Tegen de machine praten
De spanning om voor een groot publiek te staan is minder geworden. Hoe werkt hij daaraan? Ron Fresen: ‘Ik ben natuurlijk getraind en meer ervaren nu. Hoe ik me voorbereid? Eerst ga ik inhoudelijk aan de slag. Ik spreek de vragen door met de presentator. Ik kruip achter de pc en tik dat in. Dan ga ik tegen die machine praten. Er komt een structuur en ik focus me op het verhaal dat ik ga vertellen. De eerste woorden, die zijn belangrijk. Want je gaat direct life knallen! Ik schaaf nog wat bij, soms samen met anderen. Uiteindelijk, als ik voor de camera sta, vertrouw ik er op dat ik het kan vertellen zoals ik heb bedacht.’ Als zijn verbeterde mimiek ter sprake komt, is hij opgetogen. ‘Door de ervaring kan ik mijn enthousiasme voor het vak beter overbrengen. De mimiek komt dan vanzelf tevoorschijn.’
Voor de camera willen
‘Praat ik niet teveel?’ vraagt Ron zo nu en dan. De gedrevenheid en de betrokkenheid zijn voelbaar. En hoe zit het met de ijdelheid? Hier is hij duidelijk over: ‘Als je op tv wilt, zijn twee dingen belangrijk: je moet het echt willen en je moet ijdel zijn. Je moet voor die camera willen, in de belangstelling willen staan. Anders doe je de kijker tekort, die voelt dat feilloos aan. Gevolg is dat je boodschap niet overkomt.’ Die ijdelheid zorgt er ook voor dat hij direct na de uitzending slecht tegen kritiek kan. Later relativeert hij dat wel. Maar als iemand zegt: ‘Ik begreep je niet’, kan hij dat maar moeilijk verwerken. ‘Dat is het ergste wat ze tegen me kunnen zeggen.’ Dan is hij, de Haagse straatjongen Ron Fresen, toch even niet dicht genoeg bij zichzelf gebleven.
Marconistraat
Ron Fresen woont al 17 jaar aan de rand van Regentessekwartier/Valkenbos. Zo is het cirkeltje voorlopig rond, want hij werd ook in de wijk geboren. ‘Kijk, hier staat het op mijn geboortekaartje: geboren 22 oktober 1958, in de Marconistraat 38. In de kraamkliniek.’
The Hague Village
´Reva heeft de tijd van de verpaupering achter zich gelaten. Er zit nu een mooie ontwikkeling in. Wat zou het mooi zijn als we de Prins Hendrikstraat en de Weimarstraat aan elkaar kunnen verbinden. Dat er een lange looproute komt met mooie eethuisjes, cafés, terrasjes, kunstwinkels, wijnwinkels, een theater. Dat we zeggen: “We gaan even the Village in. Zoals in New York.” ‘